Pijnstilling: rendement, geen sentiment’
Van verschillen tussen jonge en oudere dierenartsen spreekt hij liever niet. Zelf is hij immers al 55, lacht Ludo Hellebrekers, naast hoogleraar ook voorzitter van de KNMvD. Toename van pijnstilling -het gebruik bij landbouwhuisdieren is de afgelopen vijf jaar meer dan verdubbeld, laat Boehringer-Ingelheim weten- heeft niet zozeer met leeftijd, maar met oude en nieuwe inzichten te maken, denkt hij.
„Vroeger werd gedacht dat een dier pijn minder bewust en negatief ervaart dan een mens. Intussen is wetenschappelijk onderbouwd dat die negatieve lading er bij dieren evengoed is. De anatomie, fysiologie en manier van reageren van het zenuwstelsel komen sterk overeen. Het besef dat mensen en dieren qua pijn vergelijkbaar zijn, is de afgelopen twintig jaar enorm toegenomen.”
„Als een vrouw borstontsteking heeft, kun je al een dreun krijgen als je er naar wijst. We mogen er intussen zeker van uitgaan dat mastitis bij een koe vergelijkbaar pijnlijk is.”
Sneller herstel
Naast de koppeling tussen pijn en welzijn, is de koppeling tussen pijn en opbrengstderving steeds duidelijker, stelt Hellebrekers. „Een dier dat pijn heeft, eet minder en produceert vervolgens minder. Alleen daarom al is pijnbestrijding ook in economische zin goed.”
„Maar wat de inzet van NSAID’s, de aspirine-achtigen die gebruikelijk zijn bij landbouwhuisdieren, nog interessanter maakt, is dat er een ontstekingsremmende component in zit. Niet alleen voelt het beest zich beter waardoor het meer eet, het geneest ook werkelijk sneller.”
Een ontsteking is kortweg de beschadiging van weefsel, legt de hoogleraar uit, iets anders dan een infectie waar een bacterie of virus aan te pas komt. „Een ontsteking ligt ten grondslag aan pijn. Als het ontstekingsproces niet wordt geremd, kan het steeds ernstiger worden. Stoffen als NSAID’s die dat proces dempen, zorgen voor sneller herstel van weefsel en dus van de koe.”
„Er zijn onafhankelijke onderzoeken die dat bewijzen (zie kader). Ik durf te stellen dat bij iedere vorm van pijn waar sprake is van een ontsteking, ofwel weefselschade, het gebruik van pijnstillers economisch rendabel is. Pijnbestrijding is minder duur dan productieverlies door pijn. Al zie je dat eerste vaak direct op de rekening, het tweede alleen indirect.”
Pijn heeft weinig functie
Toch zijn dierenartsen lang voorzichtig geweest met pijnstillers, omdat er nadelen aan zouden kleven, beaamt Hellebrekers. „De traditionele opvatting is dat pijn een functie heeft; het beschermt tegen teveel belasting. Maar wanneer pijn langer dan een dag duurt, is het niet meer functioneel.”
„De balans slaat namelijk door: het positieve effect van rust wordt teniet gedaan door het negatieve aspect van minder welzijn, eten en produceren en een ontsteking die erger wordt. Bovendien merk je zelf ook dat een dikke voetbalknie minder pijnlijk wordt na een aspirine, maar wel zo gevoelig blijft dat je heus niet de volgende dag mee doet aan een wedstrijd.”
Dat pijnstilling het actuele verloop van de ziekte zou maskeren, is volgens Hellebrekers dan ook geen tegenargument. „De symptomen worden minder ernstig, maar zeker niet onzichtbaar. Het vergt een andere manier van kijken.”
Een tweede reden waarom in het verleden weinig pijnstilling werd toegepast, is de angst voor bijwerkingen. „Maar er is veel meer kennis waardoor nieuwe middelen zijn ontwikkeld, die we bovendien beter weten toe te passen. Er kleven veel minder risico’s aan.”
Meer aandacht
Op een maximum aan pijnstilling zitten we voorlopig zeker niet. Inzet ervan bij bijvoorbeeld kreupelheid en mastitis wordt steeds gebruikelijker, zegt Hellebrekers, maar mag nog meer aandacht krijgen. „Aanpakken van de infectie gebeurt standaard.”
„Maar ook het ontstekingsproces zou vaker moeten worden aangepakt. Een koe zegt niet dat iets pijn doet, dus bewijs krijg je nooit. Maar het is wel aannemelijk te maken. Terugval in voeropname en productie zijn meetbaar. En een ontsteking is vaak te herkennen aan warmte, zwelling en roodheid.”
Onderzoek
Onderzoeken tonen aan dat het gebruik van NSAID’s bij bijvoorbeeld kalveren met diarree of slachtvee met longaandoeningen onder andere voor snellere gewichtstoename zorgt. Het recentste onderzoek werd eind 2009 in Nieuw Zeeland uitgevoerd.
Koeien met mastitis die werden behandeld met zowel NSAID’s als antibiotica hadden, vergeleken met koeien die alleen antibiotica kregen, na 24 dagen een lager celgetal (550 vs 711), werden minder vaak geruimd (16,4 vs 28,2 %) en hadden 2,5 keer meer kans om drachtig te worden.
Tekst: José Bongen
Beeld: Ellen Meinen