Vitamine E broodnodig
In tegenstelling tot koeien aan de melk, kampen droogstaande koeien en pinken vaak met een vitamine E-tekort. Bij droogstaande koeien die wel vitamine E-suppletie krijgen, is de vitamine E-voorziening beter, maar nog niet optimaal. Bij droge koeien daalt het vitamine E-gehalte rond de partus. Juist in deze periode is extra vitamine E gewenst ter ondersteuning van de weerstand.
Het Uiergezondheidscentrum Nederland (UGCN) liet de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht onderzoek doen naar de vitamine E-voorzieningen van Nederlandse droge koeien. Uit buitenlandse studies blijkt dat extra vitamine E-suppletie vaak zorgt voor minder klinische mastitis en een lager celgetal.
Om te bepalen of ook voor Nederlandse omstandigheden de inzet van extra vitamine E zinvol is, liet het UGCN de Nederlandse situatie in beeld brengen. Ruth Bouwstra, promovendus bij de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht en als dierenarts verbonden aan DAP Nijkerk-Wellensiek onderzocht of extra vitamine E-giften aan droge koeien de uiergezondheid verbetert.
Op peil
In tegenstelling tot 2005 lijkt de vitamine E-status van de Nederlandse melkkoe nu op peil of zelfs iets aan de hoge kant. Was het voeren van vitamine E in 2005 bijna een zeldzaamheid, nu is het moeilijk een bedrijf te vinden dat geen extra vitamine E in het voerrantsoen heeft.
Uit een steekproef onder 80 Nederlandse bedrijven in 2009 blijkt dat de koeien nu meer vitamine E in hun bloed hebben dan vijf jaar geleden. Op basis van het toenmalig onderzoek hebben veevoederfabrikanten waarschijnlijk (meer) vitamine E toegevoegd aan de brokken. Probleem vormen echter de droogstaande koeien en pinken.
„In de praktijk krijgen ze veelal ouder ruwvoer en geen krachtvoer. Daardoor ontberen ze de soms noodzakelijke vitamine E. Ook koeien die jaarrond op stal staan, moeten extra aandacht krijgen wat betreft vitamine E. Mijn advies is om steeds aandachtig het etiket van het mineralenmengsel en het krachtvoer na te lezen op toegevoegde vitamine E”, adviseert Ruth Bouwstra.
Bloedonderzoek
Het is altijd raadzaam de GD een bloedmengmonster te laten onderzoeken op vitamine E. Zo’n eenmalig onderzoek levert inzicht in de status op het bedrijf. Het is wel van belang om hoogdrachtige pinken en oudere koeien apart te laten bepalen in een mengmonster van vijf.
Wat betreft voer en dus de vitamine E-status, zijn dat namelijk heel verschillende groepen. Bloeduitslagen zullen dus ook per groep moeten worden beoordeeld. Bij een tekort (<7,4μmol/l) is het advies extra vitamine E te gaan voeren, maar bij hoge gehaltes (>15μmol/l) kun je beter geen extra vitamine E verstrekken.
Schadelijk
Te veel vitamine E voeren kan schadelijk zijn voor de uiergezondheid. „Hoe meer hoe beter gaat niet op voor vitamine E. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat dieren die droogstandmineralen kregen met een hoge dosering vitamine E (3.000 IE/koe/dag) slechtere resultaten behaalden dan dieren die een droogstandmineraal kregen met een lage dosering vitamine (135 IE/koe/dag).
De uiergezondheid van de koeien die een hoge dosering kregen was slechter. Het aantal gevallen van subklinische en klinische mastitis bij de groep met veel vitamine E was hoger dan bij de groep die een lage dosering vitamine E had gekregen”, weet Ruth Bouwstra.
Deze onderzoeksresultaten hebben haar erg verrast. „Deze stroken niet met eerdere (buitenlandse) onderzoeken. Dit komt omdat onze koeien een andere uitgangspositie hadden met betrekking tot vitamine E. Het is het gevolg van de vitamine E-toevoegingen sinds 2005 door de mengvoerfabrikanten”, besluit Bouwstra.