Vrijloopstal met houtsnippers
In Nederland zijn twee bedrijven die een vrijloopstal hebben gebouwd. Het is een stalconcept dat onder meer door de Animal Sciences Group (ASG) en Melkvee Academie wordt ondersteund. In Brabant heeft Pascal Peeters een vrijloopstal met een compostbodem en Meindert Wiersma heeft in het Groningse Midwolde een vrijloopstal met houtsnippers.
De stallen zijn dusdanig experimenteel dat er geen cijfers zijn over de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen. Wat wel bekend is, uit de ervaring in ondermeer Amerika en Israël, is dat de vrijloop een hoge mate van koecomfort biedt. Voor Meindert een belangrijke reden om voor deze stal te kiezen. In de afgelopen periode heeft Wiersma al veel aandacht gekregen en verschillende excursies op zijn bedrijf gegeven. De studieclub Noorder Westkwartier, waar hij ook lid van is, had de nieuwe stal echter nog niet bezocht.
Houtsnippers
De stal is breed met open zijkanten zonder gordijnen, waardoor de wind gemakkelijk door de stal kan waaien. De vele spanten in de stal overbruggen de gehele breedte met een paar kleine ijzeren pijlers. Het voerhek is conventioneel en heeft een roostervloer. Wat opvalt, is het vrijloopgedeelte. Dat lijkt op een potstal. Er ligt geen stro in, maar houtsnippers die langzaam composteren. De ruimte in de vrijloopstal is door de lange spanten vrij van obstakels. „Er ligt1.100 kubieke meterhoutsnippers op de bodem”, vertelt Meindert aan zijn studieclubgenoten. Je ziet ze denken: ‘koeien op houtsnippers’.
De studieclub loopt de vrijloopstal in en de leden graaien met hun handen door de bodem van half gecomposteerde houtsnippers. Hoe dieper de handen graaien, hoe warmer de compost wordt. De damp slaat er vanaf, maar vreemd genoeg ruikt het niet naar de bekende ammoniaklucht. „Eigenlijk begint de compostering al meteen vanaf het moment dat de houtsnippers in de stal worden gebracht”, legt Meindert uit.
De urine en mest worden door de houtsnippers geabsorbeerd en Meindert heeft het vermoeden dat de ammoniak niet verdampt, maar dat de stikstof zich bindt aan de koolstof, waardoor je geen ammoniak ruikt. De zekerheid en wetenschappelijk achtergrond zijn er nog niet. Binnenkort komt ASG metingen op het bedrijf doen naar de emissie van gassen.
Frezen
Meindert: „Een keer per dag frees ik de houtsnippers om de bodem weer luchtig te maken en alles te mengen.” Dat frezen gebeurt ’s middags tijdens het melken. Dan gaan de koeien de wachtruimte in en heeft Meindert de ruimte om te frezen. Zijn schoonvader melkt. Meindert: „De damp die er tijdens het frezen vanaf komt, stinkt ook niet. In de vloer liggen dikke buizen en een keer per dag blazen ze lucht in de bodem. Daardoor wordt het broeiproces versneld. „In het begin was deze installatie nog niet klaar”, vertelt Meindert verder.
„In de winter zakte de temperatuur naar 25 graden. Eind januari kon ik de buizen gebruiken. Met de beluchting hadden we de bak in vijf dagen al op 50 graden. De bedding is nu tussen de 60 en 65 graden. De beluchtingsvloer is eigenlijk de grootste innovatie van deze stal.”
Een stal met compost bevat natuurlijk veel bacteriën en dat zou kunnen betekenen dat de koeien meer last krijgen van bijvoorbeeld uierontsteking. „Het celgetal is wel verhoogd”, geeft Meindert toe. „Van 100.000 naar 150.000. Maar de koeien hebben minder last van Mortellaro en uierontsteking. De stal en bodem zijn schoon en droog.” Wel laat Meindert de koeien na het melken even aan het voerhek staan, zodat het slotgat van de spenen sluit.”
„De koeien ogen rustig en in tegenstelling tot wat men zou verwachten, zijn ze schoon. Zeker de uier en het beenwerk. In de vrijloopstal, die voor 150 koeien is gebouwd, staan nu 75 koeien. Maar ze lijken haast te verdwalen in de ruimte. De bedoeling is dat er straks 100 koeien in de stal lopen.
Transparant
„Ik vind dit een natuurlijker stal dan een ligboxenstal”, zegt melkveehouder Eric van der Velde. Hij heeft in 2000 nog een zesrijige ligboxenstal gebouwd. „De stal ziet er transparant uit”, reageert Roland Kooiker, die zelf thuis een 2+2 ligboxenstal uit 2003 heeft. „Dat is mooi om te zien. Ik bewonder het initiatief van Meindert.” „Je hebt een grote zorgstal”, zegt Hans Brouwer, die zijn bestaande loopstal onlangs nog met twee meter heeft verhoogd.
„Het welzijn in deze stal is super.” „Ja, daar kun je niet omheen”, ervaart ook Roland. „Maar welzijn was toch ook de reden waarom Meindert deze stal heeft gebouwd.” Meindert: „Er is de hele winter niet één koe uitgevallen.” „Het voordeel is natuurlijk ook geweest dat de stal nu niet helemaal in een keer vol zit”, zegt Mattheus Gorter, die een 0+6+0 ligboxenstal met proefstalstatus heeft. „De koeien hebben tijd gehad om rustig te wennen.”
Diervriendelijk
„Ik wilde een koe- en boervriendelijke stal”, legt Meindert aan zijn studieclubgenoten uit. „Nu heb ik maar 20 minuten werk per dag aan deze stal voor het frezen van de bodem.” Dat is toch nog twintig minuten”, reageert Roland. „Ik doe er ook twee keer tien minuten over om zaagsel in de boxen te strooien”, zegt Kees Oostveen, die zijn vierrijige ligboxenstal vier jaar geleden heeft verlengd met ruimte voor 140 koeien.
„Je hebt in de stal in ieder geval niet het gevoel dat het een bende is. Het oogt schoon. Er is een geen ammoniakgeur.” Hans: „Maar dat moet je wel eerst meten.” „Maar je ruikt niets”, voegt Mattheus Gorter er aan toe. Meindert: „De urine zakt gelijk weg in de compost en zo is de kans dat verse mest en urine zich mengen heel klein en daarom ruik je geen ammoniak.”
„Dat geloof ik niet”, reageert Johan Stevens. Hij heeft zelf een 3+1 ligboxenstal uit 2005. „Die vrijloopstallen zijn een beetje een hype. Als je ziet wat voor oppervlakte de stal heeft, dan moet dat meer emissie hebben. Meten is weten.” „De stal oogt in ieder geval milieuvriendelijker dan een ligboxenstal”, zegt Harry Aalfs, die een 2+2 ligboxenstal heeft uit 1980.
Kringloop
De studieclubgenoten zijn ook nieuwsgierig naar de kosten van de houtsnippers. Meindert: „De snippers komen uit de directe omgeving. Veelal van gemeenten of natuurorganisaties en kosten ongeveer 6 euro per kubieke meter. De snippers worden aangeleverd door loonbedrijf Stuut, dat samen met ons ook de beluchtingsvloer heeft ontwikkeld. Kees: „Dat je de snippers uit de omgeving haalt, past mooi in het kringloopdenken. Dat is perfect. Je vraagt je af waarom de provincies niet meer met boeren doen op dit gebied. Elke gemeente zou prachtig kunnen scoren met een dergelijk stal.”
Harry: „Maar wat als de vraag naar houtsnippers groter wordt dan het aanbod?” „Ja, dat zou een valkuil van dit systeem kunnen zijn”, denkt Kees. „Je kunt contracten met twee grote bedrijven in de buurt afsluiten”, legt Meindert uit.
„Je wilt graag dat het concept slaagt”, zegt Roland. „Maar je wilt niet dat iedereen het doet. Heb je nagedacht over alternatieven, zoals compost?” Meindert: „Bij compost is het hele broeiproces al voltrokken en met houtsnippers moet dat proces nog beginnen. De mest en urine worden nu met de houtsnippers gemengd en tijdens het broeiproces verwerkt.”
De veronderstelling van Meindert lijkt te kloppen, want de mest en urine zijn niet meer in de houtsnipperbodem terug te vinden en de stal en compost ruiken fris. Alles is goed gemengd en verwerkt. De bodem wordt waarschijnlijk in het najaar gezeefd als Meindert de bedding vervangt. Vanaf half maart wordt de stal niet meer bijgevuld tot oktober. Het gezeefde compost kan uitstekend als organische meststof dienen en Meindert denkt erover om dit zelf in zakken te vullen en te verkopen.
Ideaal
De studieclubleden zijn behoorlijk positief, maar zouden ze zelf overwegen om zo’n stal te bouwen?
„Nee, het bouwblok van de stal is te groot”, zegt Mattheus. „De stal past letterlijk niet bij mij. Maar de droge en schone koeien zijn apart. Dat is ideaal.” Harry. „De stal past perfect bij Meindert en is voor bepaalde koeien zinvol. Ik twijfel aan de kostprijs en of je het compost zomaar met karrenvrachten kunt verkopen.” Johan: „Het is een mooie stal, maar ik zou hem zelf niet bouwen. Ik zie nog steeds veel voordeel in drijfmest.”
„Ik zal wel een overweging maken om de stal te bouwen”, zegt Eric. „De ligboxenstal heeft zijn langste tijd gehad. Hard, beton, ijzer. Dat spreekt mij niet meer aan. Toch mag een ander het eerst uitproberen en voor 2015 zal ik geen nieuwe stal bouwen.” Hans: „Ik denk dat ik deze stal nog niet zou bouwen. Ik geloof wel dat de vrijloopstal voor een aantal melkveehouders geschikt is.”
„Ook ik zal nog niet zo’n stal bouwen”, geeft Kees aan. „Voor mij moet het eerst een bewezen concept zijn, dat in de praktijk is getoetst. Ik ben daar wat conservatiever in. Ik wacht voorlopig nog zeker tien jaar. Je zult maar een pionier zijn en toevallig, net als bij de melkrobot, niet het goede merk hebben gekocht. Bovendien vind ik uiergezondheid zéér belangrijk en daar heb ik bij dit concept nog geen zekerheid over.”
„Ik bewonder echt het initiatief van Meindert”, zegt Roland. „Maar voor mij is deze stal geen optie. Ik heb ook mijn vraagtekens bij de arbeidsefficiëntie. Meindert moet tegelijkertijd melken, voeren en frezen. Maar het aangezicht van de stal. Dat is prachtig. Dat plaatje verkoopt.”