Gemeenten wennen aan serrestal
Als iedere welstandscommissie in Nederland zich welwillend opstelt, kan de bouw van de serrestal een nog grotere vlucht nemen. Nu zijn er vele tientallen gemeenten die nog moeten wennen aan de afwijkende vormgeving van de serrestal. Er is sprake van een grijs gebied. Als er getoetst moet worden en er staat niets in de welstandsnota over serrestallen blijft de aanvraag liggen.
Marco Noordman, vertegenwoordiger van ID Agro: „Het is geen onwil. Om een voorbeeld te geven, noem ik de gemeente Deventer. Zij hebben het bestemmingsplan al aangepast. Maar het is jammer dat het in de ene gemeente nu wel kan en in de andere gemeente pas over een paar jaar als het bestemmingsplan is herzien. Het moet in elke gemeente kunnen, maar uiteraard niet op elke plek”, voegt hij er wel aan toe.
Bouw moet goedkoper zijn
Noordman merkt op dat de serrestal ook concrete voordelen uit welstandsoogpunt biedt. De nokhoogte blijft beperkt tot ruim zeven meter, terwijl traditionele dakconstructies van moderne stallen tien meter en hoger reiken.
„De voordelen van een serrestal zijn zonneklaar. De bouw moet 20 tot 40 procent goedkoper zijn dan een traditionele stal. Naarmate de stal groter en vooral breder wordt uitgevoerd, neemt het kostenvoordeel toe. Maar de onderbouw van een stal vormt de grootste kostenpost.”
De serrestal kan ook als bouwpakket worden geleverd en met zelf worden gebouwd. Naast het besparen op de kosten levert de serrestal ook flexibiliteit op bij opschaling en is het klimaat beter dan in traditionele stallen, stelt Noordman. „Door de dakconstructie ben je flexibeler bij uitbreiding dan met een boogstal en een tentstal. En zeker ten opzichte van traditionele dakconstructies.”
„Flexibiliteit wordt steeds belangrijker, want melkveebedrijven groeien steeds sneller. Niet voor niets is om die reden de draaimelkstal populair. Met een draaimelkstal kan je het makkelijkst opschalen.”
Recente projecten
De meest recente projecten van serrestallenbouwers zijn te vinden in het Overijsselse Raalte en in het Limburgse Stevensbeek. De maatschap Ogink uit Raalte verbouwden een 1 + 1 rijige ligboxenstal tot een serrestal met een 0+6+0 indeling. De voergang loopt nu rondom een rechthoekig stalcomplex dat40 meterlang is en43 meterbreed. De verbouwde stal biedt plaats aan 150 melkkoeien.
Volgens Ogink bespaart hij 40 euro per vierkante meter op de kosten van de bovenbouw. Hij betaalt 75 euro per vierkante meter en schat de kosten van traditionele bovenbouw in op 115 euro per vierkante meter.
De familie Wijgerde uit Stevensbeek heeft nieuw gebouwd voor 250 melkkoeien. De stal is zodanig geconstrueerd dat de melkveestapel eenvoudig kan worden verdubbeld naar 500 koeien. In alle punten is rekening gehouden met snelle groeimogelijkheden. Het complex is maar liefst100 meterlang. Haaks erop is een melkstalgebouw geplaatst met een wachtruimte. Daardoor heeft de serrestal een T-vorm. Komend voorjaar wordt er waarschijnlijk een open dag gehouden.
Een derde project in de provincie Noord-Holland maakt duidelijk dat er overal in Nederland gemeenten zijn die de bouw van serrestallen toestaan. De gebroeders Kaan hebben hun bestaande ligboxenstal vergroot door een 0+6+0 serrestal te bouwen. Het complex biedt plaats aan 150 stuks melkvee.
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Beeld: Zieverink, Meijerink, Meinen