Meer verdienen met minder antibiotica
Het contrast is groot. De 75 melkkoeien van de maatschap Tjoonk in het Gelderse Rekken waren tot april vorig jaar gehuisvest in een oude ligboxenstal uit 1974. De maatvoering was krap, de overbezetting meer dan dertig procent en de koeien moesten vechten voor een plaatsje aan het Weelink-voerhek.
Nu hebben de dieren alle ruimte in een nieuwe stal met tachtig boxen met koematrassen, ruime looppaden en voldoende plaatsen aan het voerhek. Het jongvee, dat voor de nieuwbouw nog op volledig roostervloer werd gehouden, heeft nu voldoende plek in de oude ligboxenstal, net als de droge koeien.
Betere resultaten
In de nieuwe 2 x 16 swingover melkstal tonen de koeien dagelijks hun dankbaarheid voor deze investeringen van hun veehouder. In een jaar tijd is de gemiddelde productie per koe met bijna duizend kg gestegen naar8.720 kgmelk met 4,21 procent vet en 3,59 procent eiwit.
Naast de huisvesting pakte de maatschap ook andere bedreigingen van de diergezondheid rigoureus aan. Er wordt geen vee meer aangekocht en er is geïnvesteerd in het uitroeien van BVD. De veestapel is geënt en dragers zijn opgespoord en afgevoerd. Ook dit heeft effect gehad op de sterk verbeterde technische resultaten.
Niet meer nodig
„Met de uiergezondheid ging het in de oude overbezette stal eigenlijk verbazingwekkend goed\", vertelt de jonge veehouder Ronnie Tjoonk. „Het celgetal was gemiddeld rond de 100.000. Maar dikke hakken, tussenklauwontsteking en baarmoederontsteking kwamen veelvuldig voor. In de nieuwe stal zijn dit soort problemen vrijwel verdwenen.\"
Het gebruik van een antibioticum als Excenel is op het bedrijf van Tjoonk dan ook fors gedaald. In 2009 gingen er nog vijftien flesjes doorheen, in 2010 was dat al gedaald tot zeven en dit jaar is tot nu toe nog maar één koe met het middel behandeld.
„We hebben het gewoon niet meer nodig\", zo stelt de veehouder tevreden vast. Het totale gebruik van antibiotica, uitgedrukt in het aantal dierdagdoseringen per dierjaar, daalde op het bedrijf van6,9 in2009 naar4,4 in2010.
Diergezondheid uitgangspunt
Dierenarts Bas Toxopeus van Gelre Dierenartsen in Groenlo staat elke vier weken bij Tjoonk in de stal voor de bedrijfsbegeleiding. Hij ziet de mooie resultaten als een stimulans voor collega’s. Het onderwerp antibioticagebruik leeft, merkt Toxopeus. Als één van de eerste praktijken in Nederland bracht de Achterhoekse groepspraktijk het gebruik van antibiotica per bedrijf in beeld. Voor alle melkveehouders is over 2009 en 2010 een overzicht gemaakt van de aangekochte medicijnen waaruit het gemiddelde aantal dierdagdoseringen per dierjaar is berekend.
„Het inzichtelijk maken van het gebruik draagt bij aan de bewustwording. De meeste veehouders willen wel weten waar ze staan\", ervaart Toxopeus. Het gemiddelde aantal dierdagdoseringen per bedrijf ligt in de praktijk van Gelre Dierenartsen op 5,7 met een variatie van 3,5 tot 12. Alleen al deze variatie geeft aan dat er, ook zonder spectaculaire veranderingen, nog veel ruimte is voor verbetering.
De jonge dierenarts kiest bij het bespreken van het antibioticagebruik het verbeteren van de diergezondheid als uitgangspunt. „Dit motiveert veehouders meer dan het streven naar weinig antibiotica op zich\", aldus Toxopeus. „Investeren in verbetering van de diergezondheid is niet alleen een kostenpost, het verbetert het bedrijfsresultaat en het verminderen van het antibioticagebruik volgt dan vanzelf\", redeneert hij.
Verrassende inzichten
Om veehouders te ondersteunen, gaan de Gelre-dierenartsen actief de boer op met hulpmiddelen. Zo evalueren ze aan de hand van celgetalbepalingen van de melkcontrole de ontwikkeling van de uiergezondheid tijdens de droogstand.
Ook maken ze gebruik van de ‘mastitis monitor’ van het Uiergezondheidscentrum waarmee het succes van behandelingen van uierontsteking kan worden beoordeeld. Dit leidt regelmatig tot verrassende inzichten en aanpassingen in het middelengebruik. Het gevoel van de veehouder komt niet altijd overeen met de feiten op papier.
Bij een aantal veehouders word gewerkt met het zogenoemde Deense systeem waarbij de dierenarts wekelijks op het bedrijf komt om risicokoeien intensief te volgen. „Door het tijdig aanpakken van aankomende gezondheidsproblemen kan de inzet van antibiotica vaak worden voorkomen\", is de ervaring van Toxopeus. „Een koe met slepende melkziekte heeft minder weerstand en is daardoor gevoeliger voor bijvoorbeeld baarmoederontsteking of mastitis.\"
Ook start de praktijk binnenkort met een cursus ‘verantwoord diergeneesmiddelengebruik’. Hierbij leren veehouders onder andere hoe ze een goede diagnose moeten stellen zodat het onnodig inzetten van verkeerde middelen wordt voorkomen. Ook een juist gebruik van materialen en een praktijkoefening in het spuiten van koeien, zijn onderdelen van deze cursus.
‘Ouderwetse’ middelen
Voor alle veehouders heeft Gelre Dierenartsen inmiddels een bedrijfsbehandelplan gemaakt. Daarin staat per aandoening beschreven hoe deze wordt behandeld en met welke medicijnen. „Gezien de discussie over antibioticaresistente bacteriën bij mensen kiest een toenemend aantal veehouders ervoor om moderne hoogwaardige antibiotica die bij mensen als laatste redding worden ingezet, te schrappen uit het behandelplan\", vertelt Toxopeus.
Deze zogenoemde derde en vierde generatie cephalosprorinen zijn de werkzame stoffen in onder andere Excenel en Cobactan. Deze middelen kunnen goed vervangen worden door ‘ouderwetse’ middelen als Neopen of Engemycine, die bovendien goedkoper zijn.
Ook Ronnie Tjoonk kiest ervoor de derde generatie cephalosporinen nog maar bij hoge uitzondering in te zetten. „Tot voor kort werd er veel reclame voor deze middelen gemaakt. Ze werken ook goed en ik was me niet bewust van de risico’s. Maar je kunt je ogen niet meer sluiten voor alle discussies rond antibiotica en resistente bacteriën\", vindt de Achterhoekse melkveehouder
Veehouder en dierenarts zijn het met elkaar eens. „We kunnen als melkveehouderij niet blijven wijzen naar de intensieve veehouderij als het gaat om het gebruik van antibiotica. Ook koeienboeren zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen.\"
Tekst: Wichert Koopman
Beeld: Gerard Burgers