Geen Excenel bij ‘banale’ infecties
Resistentiedeskundige van de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit Dik Meevius gaf aan dat het antibioticumgebruik bij de mens in Nederland het laagst is van Europa, terwijl het bij de dieren in Nederland juist het hoogst van Europa is. „In de intensieve veehouderijsector wordt weliswaar veel meer gebruikt dan in de melkveehouderij, maar de burger ziet de veehouderijsector als één geheel.”
Meevius gaf aan dat de intensieve sector een groot reservoir van multi-resistente micro-organismen is. Die vormen een gevaar als ze de mens kunnen infecteren of als het overdraagbare resistentie-genen zijn, zoals MRSA of ESBL.
De MRSA-bacterie (Methicillin-resistant Staphylococcus Aureus) is weliswaar een risico voor veehouders en dierenartsen, maar niet voor de bevolking, omdat de bacterie zich niet van mens naar mens zou verspreiden. Voor ESBL (Extended Spectrum Beta-lactamasen) is dit anders. ESBL’s worden geproduceerd door bacteriën en zijn enzymen die beta-lactam antibiotica afbreken (penicilline, ampicilline, amoxilline en alle cephalosporinen).
Infecties door bacteriën die ESBL’s produceren, zijn moeilijk te behandelen en de genen zijn meestal overdraagbaar van bacterie naar bacterie. Overdracht naar de mens via dierlijke producten is volgens Meevius goed mogelijk. Het probleem is dat ESBL’s steeds meer voorkomen. Bijna alle vleeskuikens zijn drager van ESBL’s, meer dan 90 procent van het pluimveevlees is besmet. Waarschijnlijk is de kip dan ook de bron voor problemen bij de mens.
De doelstelling bij melkvee is om geen derde of vierde generatie antibiotica – die van levensbelang zijn bij de mens – (als Excenel, Naxcel en Cobactan) te gebruiken bij melkvee en selectiever te zijn bij droogzetten. Een introductie van het Deense model, waarbij er sancties zijn als het antibioticumgebruik op een bedrijf te hoog is, is volgens Meevius onvermijdbaar.