Snijmaïs bijbemesten in juni bespaart 20 kuub drijfmest
Dit meldt SmartFarming op basis van een onderzoek van Delphy op zes demovelden, in het kader van het POP3-project 'Efficiënter ruwvoer telen met smart farming'.
Zes demovelden in Overijssel
Op de zes demovelden verspreid in heel Overijssel werd de bijbemesting in combinatie met slechts 25 kuub drijfmest vergeleken met een normale volveldse drijfmestgift van 40 tot 50 kuub. Zonder bijbemesting, maar met 40-50 kuub drijfmest per hectare, varieerden de opbrengsten van 10,8 tot 18,6 ton droge stof. De grote opbrengstverschillen hebben vooral te maken met de droogte.
Wanneer de drijfmestgift werd beperkt en in juni, en op basis van drijfmestanalyses werd bijbemest met vloeibare kunstmest met spaakwielbemester, lag de opbrengst op tussen de 13,4 en 19,8 ton droge stof. De bijbemeste hoeveelheid stikstof varieerde van 0 tot 48 kilo per hectare. Dat kwam door de grote verschillen in de samenstelling van de drijfmest. Daarin varieerde het stikstofgehalte van 3,1 tot 4,6 kilo stikstof per kuub.
Bij 25 kuub drijfmest, inclusief 40 kilo extra stikstofbijbemesting bovenop het advies, werd er nauwelijks meeropbrengst gemeten. Bij deze proefvelden varieerde de droge stofopbrengst tussen de 10,8 en 20,3 ton per hectare.
10 euro per kuub
Volgens Herman Krebbers van Delphy leverde het bijbemesten ook financieel voordeel op. In de berekening van de specialist heeft rundveedrijfmest een waarde van 10 euro per kuub, die extra benut kan worden voor het grasland. De meerkosten bedragen 50 tot 100 euro per hectare. Deze kosten bestaan uit het bemesten met de spaakwielbemester, vloeibare meststof en bemestingsadvies (bemonstering drijfmest, stikstof bodemvoorraad en bijbemestingsadvies). Volgens Krebbers kunnen telers de meerkosten beperekn door de bijbemesting te combineren met onderzaai van vanggewas.