Canadees McKinven zocht naar balans
Stampvolle tribunes behoren tot het verleden op de jaarlijkse Holland Holstein sHow – de voormalige HHH-show – in Zwolle. Het evenement dat dit jaar op 4 december plaatsvond, telde één tribune en voor de rest ‘staplaatsen’ rondom de ring. „De capaciteit is hetzelfde gehouden, terwijl de standhouders nu heel tevreden zijn. Ze hebben zo veel meer aanloop”, verklaart HHH-voorzitter Hans Puttenstein uit Kamperveen (Ov.).
Toch bekruipt je het gevoel dat een landelijk evenement veel meer bezoekers zou moeten trekken, zeker met de wetenschap dat het tweedaagse evenement vorig jaar is teruggebracht tot maar één dag.
B-team
„Het winterweer heeft ons zeker parten gespeeld”, aldus Puttenstein. Het blijkt dat 86 van de 145 melkgevende zwartbonten in de catalogus daadwerkelijk aanwezig waren, terwijl er bij roodbont 54 van de 82 waren. „De weersomstandigheden zaten tegen en als je dan weet dat je toch geen kampioen hebt, dan blijf je wel weg”, meent Teus van Dijk uit Giessenburg (Z.-H.).
„Maar de goede koeien waren er wel hoor.” Van Dijk twijfelde zelf ook of hij zou gaan. „Ik had niet zoveel zin, omdat mijn beste koeien niet mee konden. NRM-kampioene en Juror-dochter Wilhelmina 358 moet droog en oud-NRM-kampioene en Allen-dochter Wilhelmina 369 staat op een blokje. We gingen dus met een B-team.”
Groot was dan ook de verrassing toen Wilhelmina 401 (James x Jolt) tot kampioene bij de oudere koeien en later zelfs tot algemeen kampioene werd verkozen. „Als je het me vooraf had gevraagd, had ik de kans op een overwinning op 5 procent geschat. Maar als je het niet ziet aankomen, geeft dat natuurlijk wel een extra kick”, aldus Van Dijk. „De koe kwam altijd net tekort, al zat ze op de NRM ook bij de laatste vijf. Maar nu was ze er helemaal.”
Afmaker
Dat Van Dijk wat minder gemotiveerd was, werd mede veroorzaakt door de NRM. „Als de NRM is geweest, is mijn behoefte om mee te doen aan de HHH-show kleiner. Misschien is het een idee om de HHH-show voortaan alleen in een niet-NRM-jaar te houden. Dat komt de belangstelling vast ten goede”, meent de veehouder. „Er zijn al zoveel keuringen. In januari is er alweer de CRV Koe-Expo in Zwolle.”
Van Dijk herkent de steeds verdergaande professionalisering van het showcircuit. „Wij hebben nog geen buitenlandse cowfitters en brengen de koeien zelf voor. Maar als je die weg eenmaal bent ingeslagen, is de weg terug moeilijk”, denkt de veehouder. Ook Van Dijk maakt gebruik van ‘exclusieve stieren’. „95 procent is Amerikaans of Canadees, want die hebben toch een ander exterieur. 110 voor exterieur in Nederland is wat anders dan 110 exterieur in Canada.”
„Ze hebben daar meer stijl in de frames, terwijl ze in Nederland meer op functionaliteit keuren. Ook rondere koeien als O Man-dochters kunnen hier veel punten krijgen. Naar zaken als ras, fijnheid en laatrijpheid wordt niet zo gekeken. Een stier als Goldwyn noemen wij een afmaker, een stier die de finesses toevoegt. Vervolgens moet je weer een grovere stier pakken.”
Melktype
De wellicht meest geprofessionaliseerde showfokker van Nederland is Nico Bons uit Ottoland (Z.-H.). Ook Bons gebruikt stieren die de gemiddelde veehouder niet zal kennen en die veelal flink negatief voor NVI scoren. „Ik let niet op fokwaarden voor productie of wat dan ook.”
„De vraag die ik mezelf bij elke fokkerijbeslissing stel is hoe ik uit de koe die ik heb een betere kan fokken. En dat altijd met behoud van melktype”, aldus Nico Bons, die het laatste een belangrijke verklaring noemt voor de prima producties die zijn keuringskoeien weten te realiseren.
„Ik ga altijd uit van de drie aandachtspunten voeding, huisvesting en fokkerij. Ik kan niet zeggen welke daarvan de belangrijkste is. Ik hanteer een heel ander voerregime dan andere boeren, ongemengd en met veel structuur. Verder heb ik een sobere stal, maar wel met veel luxe voor liggen en lopen. Mijn koeien hebben dan ook nooit een dikke hak.”
Balans
Bons was succesvol met kampioensvaars Ella 167 (v. Goldwyn), middenklassekampioene Aaltje 69 (v. Gibson) en de beste bedrijfscollectie. „Als Teus van Dijk zegt dat hij met een B-team kwam, geldt dat ook voor mij. Om verschillende redenen misten wij de Lyster, de Blitz, de Stormatic en de Fandango, normaal allemaal kanshebsters voor een hoge klassering”, aldus Bons, die niet wil weten van niet-functionele koeien. „Wat dat betreft hadden we met Callum McKinven een uitstekende jury. Hij selecteerde echt op balans in de koeien.”
Theo van Vliet uit Nieuwlande (Dr.) is dezelfde mening toegedaan. Van Vliet won met Cecibell (v. September Storm) het roodbonte vaarzenkampioenschap op de Holland Holstein sHow en werd door de agrarische vakpers – waaronder Melkvee Magazine – bovendien uitgeroepen tot ‘fokker van het jaar’.
„Mijn NRM-kampioene Spirit Precilla zit heel degelijk in elkaar en functioneert in elke stal. Maar ze meet1,52 meteren had een centimeter of acht groter moeten zijn voor het internationale circuit. Met dezelfde verhoudingen zou ze bij een hoogtemaat van1,60 meternog steeds goed in elkaar zitten, maar wel een ruimere maatvoering van de ligboxenstal nodig hebben.”
Madison
Ook Van Vliet herkent de toenemende professionalisering. „Ik moet ook mee met de cowfitter. Voormalig NRM-kampioene Charity heeft twee keer verloren, omdat ik niet mee wilde in die trend. Sommige mensen gaan heel ver in het fitten en dat weerhoudt anderen misschien van deelname. Veel boeren worden steeds drukker, bedrijven groeien en hebben geen tijd meer voor een keuring.”
„Ik heb de luxe dat er jongens om me heen zijn, die enthousiast zijn en zich er voor inzetten. Bedrijfsgroei is ook een reden waarom sommige boeren niet meer komen, die willen een makkelijke koe. Ook het stamboek is bezig de meest functionele koe te waarderen. Ik wil juist dat ze de mooiste koe het hoogste waarderen. Internationaal showtype vraagt bijvoorbeeld breedte in het kruis en hoogte in de achteruier.”
John de Vries uit Boijl (Fr.) is een andere mening toegedaan. De eigenaar van de reservekampioene van de middenklasse Hellen 585 (v. Goldwyn) pleit juist voor een beoordeling op functionaliteit. „Anders zorg je er zeker voor dat het groepje deelnemers en belangstellenden steeds kleiner wordt.”
De Vries verwacht geen sterke opleving van het aantal bezoekers in de toekomst. „Het aantal veehouders neemt alleen maar af. In Madison is het niet veel anders. De naam Madison klinkt wel heel apart, maar ook daar keuren en kopen een select groepje boeren elkaars vee.”
Dochtergroepen
De Vries ziet het prepareren van koeien een beetje als een strijd tussen boeren onderling. „Net als bij wie de meeste koeien melkt.” Toch vindt hij dat een koe vooral goed in elkaar moet zitten. „Ik pas mijn koeien niet aan op wat de jury wil zien. Ik wil koeien laten zien, waar ik trots op ben. Mijn showkoeien moeten zich in mijn oude stal kunnen handhaven. Ik ga ze niet apart huisvesten. Als dat nodig is, zijn de koeien niet goed genoeg. Wat ik wel doe, is de koeien twee weken vooraf apart voeren.”
De veehouder laat zijn koeien door stagiairs voorbrengen. „Het moet wel een lolletje blijven”, meent De Vries, die dochtergroepen een belangrijke publiekstrekker noemt. „Ik verwacht dat er op de Koe-Expo in januari meer mensen afkomen dan op de HHH-show, vanwege de dochtergroepen. En verder heb ik het gevoel dat er in Nederland veel vanuit het negatieve wordt benaderd. In een land als Zwitserland is veel meer beleving en zijn de shows wel drukbezocht.”
Bleker
HHH-voozitter Hans Puttenstein erkent het belang van dochtergroepen. „Het blijkt dat de meeste clubs hun budget op hebben”, stelt hij. „Wat dat betreft ben ik blij dat Semex en CRV wel hun verantwoordelijkheid hebben genomen.” Ondanks de kanttekeningen die er zijn te maken, kijkt Puttenstein tevreden terug op de show.
„Zo voelde de aanwezigheid van Henk Bleker toch wel als een warm bad. Naar aanleiding van de aan de show voorafgaande Tulip Sale hebben we de staatssecretaris gevraagd er voor te zorgen dat de dieren na de veiling rechtstreeks naar de koper kunnen, zoals in ons omringende landen het geval is.”
Puttenstein weerlegt dat er een kloof is ontstaan tussen de ‘showfokkers’ en de ‘gewone boer’. „Callum McKinven is een top jurylid, die zocht naar de balans tussen kracht en melktype. Hij vertelde me dat de koe van Van Dijk voor hem volkomen in balans was. Hij zei dat het een koe is die oud zal worden en dat hij haar wel mee zou willen nemen naar Amerika. Met zo’n jury kan er geen sprake zijn van een kloof.”
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Gerard Burgers