Startschot Proeftuin Natura 2000
Erve Reimer stamt uit 1475 en is een historisch erf aan de Molterheurneweg in de buurtschap Molterdinkelhoek, een van de vier heurne\'s van De Lutte. Eigenaar Jan Reimer (56) heeft net nog even een kleine koppel melkvee naar buiten gedaan want \'het kan nu nog\'. Samen met zijn vrouw Annelies (53) melkt hij honderd melkkoeien. Het ene koppel van zestig stuks wordt met de robot gemolken en de andere veertig koeien worden gemolken in een 2x4 visgraat melkstal.
Gevraagd naar het rollend jaargemiddelde pakt Jan de melkresultaten er maar even bij. „Ik heb ze net binnengekregen. De9.055 kgdie ik haalde, is een mooi resultaat ten opzichte van het landelijke jaargemiddelde van8.387 kg.” En dat resultaat heeft hij volgens eigen zeggen bereikt met hele gewone dingen in zijn bedrijfsvoering.
„We zorgen voor goed ruwvoer: maïs en gras. Het meeste komt van eigen verbouw, maar daar red ik het niet helemaal mee. Zo\'n 8 tot10 hectaremaïs koop ik aan. We gebruiken krachtvoer volgens de norm en voeren geen bijproducten, dat past niet zo bij ons bedrijf.”
Milieuvriendelijke landbouw
Melkveebedrijf Reimer is geen biologisch bedrijf, maar hanteert wel biologische uitgangspunten. Jan: „Om helemaal over te stappen op biologisch, moet je veel extensiever werken en heb ik voor 120 koeien minstens100 hectaregrond nodig. Dat lukt hier niet.”
Het melkveebedrijf is al decennia lang bezig om de biodiversiteit van de omgeving te benutten en past daar de bedrijfsvoering op aan. Jan en Annelies vertellen dat milieuvriendelijke landbouw altijd al een rol speelde op hun bedrijf. „We zitten hier nu eenmaal in een kwetsbaar gebied in het Dinkeldal. Het zit ons als familie ook in de genen. Jan\'s vader was al heel zuinig op de natuur en we merken dat onze zoon, die in het laatste jaar van de HAS zit en later het bedrijf overneemt, daar ook oog voor heeft.”
„We willen ons melkveebedrijf verweven met de natuur en zijn altijd alert gebleven op nieuwe ontwikkelingen. We stonden eerder bekend als \'milieuboeren\' maar zagen later dat anderen, die eerst lachten, ook methodes van ons overnamen.”
Zorgen over het instandhouden van de natuur hadden ze ook wel eens. Annelies: „We dreigden op een gegeven moment gestraft te worden voor een stukje bos dat we zelf hadden aangelegd. Dat bleek ‘zuurtegevoelig’ te zijn waardoor we volgens de milieuwetgeving minder zouden kunnen uitbreiden.”
Melkveebedrijf Reimer doet, als een van de zes of zeven geselecteerde bedrijven, mee aan de Proeftuin Natura 2000 Overijssel omdat ze een toekomstgericht bedrijf hebben dat nog kan groeien naar 120 melkkoeien en omdat ze al jaren bezig zijn met natuurmaatregelen. Daar past dit project goed bij. „We hebben gekozen voor het offensief en niet voor het defensief”, verklaart Annelies hun keuze.
Minder kunstmest nodig
Ze waren vaak voorloper en stonden al vroeg open voor nieuwe ontwikkelingen. Jan: „We hadden vroeger al proefvelden voor gewassen in samenwerking met Aver Heino. Van 1993-2003 waren we praktijkvoorbeeldbedrijf voor duurzame landbouw en biodiversiteit van Stimuland.”
„En we hebben door de jaren heen deelgenomen aan diverse projecten, zoals op gebied van waterbesparing, de Minas, proeven met mengsels van grassen: eiwithoudende gewassen, gerst/erwten en gras/klaver, maar ook mechanische onkruidbestrijding. En we hebben hier al zoveel mensen over de vloer gehad, zelfs de kroonpins is een keer op werkbezoek geweest.”
De ammoniakuitstoot ligt op melkveebedrijf Reimer 20 procent lager dan op een gemiddeld melkveebedrijf. Volgens Jan Reimer heeft dit vooral te maken met de bodem en met bepaalde maatregelen die ze treffen. „We gaan heel efficiënt om met mineralen. De bodem levert hier namelijk al veel stikstof op en dus heb je minder kunstmest nodig voor de bemesting.”
Hij gebruikt 140-150 kgN (zuivere stikstof) uit kunstmest per hectare en voor de rest organische mest. „We gebruiken gemalen stro in de ligboxen in plaats van zaagsel. Dit stro wordt in de mestput gemengd met de mest en als we dit mengsel uitrijden verhoogt dit het organische-stofgehalte in de bodem. We doen aan minimale graslandvernieuwing. En verder probeer je natuurlijk je Ph-waarde optimaal te houden en op tijd de grond te bekalken, dat is logisch.”
„Het mestuitrijden gebeurt bij ons altijd onder droge omstandigheden en met lage bandenspanning, want we willen de structuur van de grond zo weinig mogelijk aantasten.” Met de invoering van de Minas jaren geleden boekte het bedrijf ook al een mooi resultaat. „De norm was toen180 kgstikstofverlies per hectare. Wij zaten toen op 80 tot100 kg, dat was al heel goed”, vertelt Jan.
Blijven weiden
Wat verwachten ze van de maatregelen in het Proeftuinproject? Annelies denkt dat ze wel in zouden zijn voor de aanleg van een dichte vloer. „Iets met rubber dat de ammoniakuitstoot vermindert en goed is voor het welzijn van de koeien. We denken niet dat er qua veevoer veel kan worden verbeterd bij ons, maar het kan altijd iets beter in beeld worden gebracht.”
Jan geeft aan dat hij toch de koeien die met de robot worden gemolken, wil blijven weiden, minstens zes uur per dag. Verdroging van de grond door klimaatverandering kan voor het bedrijf een grote bedreiging vormen. „Dat is wel een zorg voor de toekomst”, zegt Jan. „Daarom doen we ook mee aan het project Landbouw op peil dat de waterhuishouding in kaart brengt en andere maatregelen die het water vasthouden.”
Hij besluit met de filosofische woorden: „Als je goed doet, komt het goede bij je terug. Je moet gevoel hebben voor de bodem. Dat hebben wij heel sterk. En niet alleen voor de bodem, maar ook voor de grond waarop we leven en zeker voor onze omgeving.”
Bedrijfsgegevens:
Jan en Annelies Reimer in De Lutte (Losser) hebben een melkveehouderij met 100 melkkoeien, 50 stuks jongvee en25 inopfok.
Quotum:900.000 kg.
Grond:45 hectare(gras- en maïsland)4 hectarebos en2,6 hectareagrarisch natuurbeheer
Tekst: Annemiek Geerdink
Beeld: Ellen Meinen