Zeven vragen over MER-beoordelingsplicht
Wat verandert er precies?
In het voorstel dat op 16 juni in de Staatscourant werd gepubliceerd, staat dat melkveehouders die een nieuw bedrijf willen oprichten, wijzigen of uitbreiden een MER-beoordeling moeten ondergaan. De grens voor de MER-beoordelingsplicht is gesteld op bedrijven die willen (uit)bouwen met 200 of meer stuks melk- en kalf koeien en/of zoogkoeien ouder dan twee jaar met meer dan 140 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar.
Gespecialiseerde opfokbedrijven die willen uitbreiden met 340 stuks vrouwelijk jongvee of meer zijn eveneens MER-beoordelingsplichtig als het ontwerpbesluit wordt aangenomen. Vleesveehouderijen die hun bedrijf willen vergroten met 1.200 of meer stuks vleesrunderen moeten in dat geval eveneens een MER-beoordeling ondergaan.
Wat is een MER-beoordeling?
In een MER-beoordeling wordt door een agrarische adviseur een inschatting gemaakt van de kans dat de oprichting, wijziging of uitbreiding van een (melk)veebedrijf aanzienlijke nadelige effecten voor het milieu heeft.
Hierbij wordt onder andere gekeken naar zaken als fijnstof, geurhinder, ammoniakuitstoot en geluidshinder, als gevolg van de uitbreiding. De veehouder moet aan de hand van het onderzoeksrapport onderbouwen dat zijn houderij geen MER nodig heeft en hij niet MER-plichting is.
Wat gebeurt er met de MER-beoordeling?
Die belandt op het bureau van een ambtenaar van de desbetreffende gemeente. Deze functionaris bekijkt aan de hand van de MER-beoordeling of er een MER moet worden uitgevoerd. Dat is volgens onderzoek van LTO Nederland meestal niet noodzakelijk. Slechts in één tot twee procent van alle aanvragen voor bedrijfsuitbreidingen blijkt een MER noodzakelijk.
Wat zijn de kosten?
De MER-beoordeling kost volgens opgave van LTO Nederland ongeveer 1.500 euro. Dat zijn de kosten die de agrarische adviseur die de MER-beoordeling opstelt, in rekening brengt. Een MER is aanzienlijk duurder.
LTO Nederland raamt de kosten op 10.000 tot 20.000 euro. Het ministerie van VROM schat de kosten hoger: ‘De lasten voor de veehouderij op basis van interviews met een brancheorganisatie worden geraamd op 35.000 euro’.
Wat is het bezwaar van LTO tegen het ontwerpbesluit?
LTO Nederland heeft meerdere bezwaren. Ten eerste is Nederland het enige Europese land waarvoor de MER-beoordeling ook zou moeten gaan gelden voor de melkveehouderij. Bovendien stelt de belangenorganisatie dat de MER-beoordeling en de MER tot onnodige vertraging van bouwprojecten leidt. Voor de MER-beoordeling is dat ongeveer een half jaar en de MER gemiddeld twee jaar.
Een ander bezwaar, zo niet het grootste, is dat de beoordelingsplicht niets toevoegt aan de normale milieuvergunning aangezien LTO stelt dat het milieurendement nihil is. Allerlei eisen die voor een MER-beoordeling relevant zijn, komen al aan bod in de normale procedure met bouw- en milieuvergunningen.
Is het mogelijk om aan de MER-beoordeling te ontkomen mocht deze worden ingevoerd?
Ja, door onder de norm van 200 melkkoeien voor de MER-beoordeling te blijven. Melkveehouderijen die willen uitbreiden zouden een aanvraag kunnen doen voor 199 melkkoeien of de uitbreiding in etappes realiseren.
Wanneer komt er meer duidelijkheid of het ontwerpbesluit ook daadwerkelijk wordt opgenomen in de wet?
Tot eind juli kan er op het ontwerpbesluit worden gereageerd. Daarna, waarschijnlijk komend najaar, zal de minister van VROM beslissen of het ontwerpbesluit zal worden opgenomen.