Van Keimpema in hoger beroep om lidmaatschap FrieslandCampina

FrieslandCampina beëindigde in maart 2019 het lidmaatschap van de melkveehouders uit het Friese Nes nadat de zuivelonderneming in de periode tussen juni 2018 en februari 2019 drie keer de melkinname had opgeschort. Vanwege een scala aan onvolkomenheden zoals verzakte vloerroosters, een vuile melkput en tanklokaal was het bedrijf aangemerkt als 'aandachtsbedrijf'. Ook zou de kalversterfte te hoog zijn. Het onvoldoende nakomen van de verbeterplannen resulteerde uiteindelijk in de opzegging van het lidmaatschap door FrieslandCampina.

De rechter heeft nu geoordeeld dat die beslissing in overeenstemming is met de statuten van de coöperatie. FrieslandCampina is tevreden met de uitspraak, en laat weten verder niet inhoudelijk op de zaak te willen reageren in verband met de privacy van de betrokkenen.

Procedurele fout

Advocaat Dinant te Biesebeek van het gelijknamige advocatenkantoor uit Zwolle legt zich niet bij de uitspraak neer. Hij stelt dat er een procedurele fout is gemaakt. „Een van de eisen voor lidmaatschap is dat je betrokken moet zijn bij de uitoefening van een melkveehouderijbedrijf. Maar als FrieslandCampina stopt met het ophalen van de melk, ben je nog steeds betrokken bij de uitoefening van een melkveebedrijf.” FrieslandCampina heeft dat argument dus oneigenlijk gebruikt om het lidmaatschap op te zeggen, stelt hij. „Het klinkt heel formeel en juridisch, maar zo werkt het wel.” Volgens de rechter was er echter sprake van een juiste opzeggingsgrond.

Daarnaast stelt de advocaat dat de werkmaatschappij FrieslandCampina – en niet de coöperatie FrieslandCampina – verbeterplannen heeft opgelegd aan de veehouders, terwijl zo'n plan normaliter door de veehouder zelf moet worden opgesteld. Het verbeterplan bevatte ook veel strengere voorschriften dan aan andere leden van de coöperatie werden opgelegd. „Er is het gevoel ontstaan dat er stelselmatig is toegewerkt naar beëindiging van het lidmaatschap.”

DDB

Dat denkt Van Keimpema ook, vanwege haar actieve rol als voorzitter van de Dutch Dairymen Board. „Bijna alle Qlip-controles volgden binnen 1 tot 3 dagen na een kritisch stuk van mij voor de DDB. We hebben geen enkele melkweigering gehad om de kwaliteit van de melk. Het ging altijd om bovenwettelijke zaken.” Volgens FrieslandCampina is er echter geen enkel bezwaar tegen kritische leden en wordt niemand daarvoor streng aangepakt.

Van Keimpema en haar man zijn overigens in 2019 vanwege privé-omstandigheden gestopt met melken, maar sluiten zeker niet uit dat het bedrijf in de toekomst weer wordt opgestart.