Proef kruisen met Fleckvieh

„Het is een heel relevant onderzoek. De Fleckvieh-proef slaagt sowieso, want als het kruisen een succes is, komt het er uit, maar als dat niet zo is ook”, aldus Miedema. „Toen wij hier mee begonnen, werd er nog niet veel gedaan op gezondheidsgebied en levensduur in de Holstein-fokkerij. Bovendien zou inkruisen voor een snellere vooruitgang zorgen.”
„We hoopten dat de productiedaling mee zou vallen en dat de koeien duurzamer en gemakkelijker te managen zouden zijn. De Fleckvieh-kruislingen hebben hier een gemiddelde lactatiewaarde van 99, het valt dus erg mee.” Miedema merkt dat het celgetal bij de kruislingen lager is en dat de vruchtbaarheid iets beter is.
„De kruislingen zijn vaak al binnen tien dagen na het afkalven tochtig en zijn al een paar keer tochtig geweest voor ze worden geïnsemineerd. Ze zijn dan dus ook goed schoon”, redeneert de veehouder, die zijn kruislingen insemineert met sperma van Scandinavische Roodbonten.
Miedema heeft ruim honderd koeien, waarvan een kwart uit Fleckvieh-kruislingen bestaat. „Niet zo veel want de eerste lichting kruislingkalveren, bestond vooral uit stierkalveren. We gebruiken nu ook Fleckvieh, maar niet te veel, want voor pinken zijn ze te zwaar. Op de pinken gebruik ik vrij veel gesekst Holstein-sperma, waarvan de vaarskalveren aanblijven”, verklaart de veehouder. Voor de omzet en aanwas hoeft Miedema geen Fleckvieh te gebruiken. „De kruislingstierkalveren brengen hooguit een paar tientjes meer op, want Fleckvieh wordt als zodanig nog niet erkend in de markt.”
Ook de extra waarde bij uitstoot, blijkt geen argument om meer met het ras te gaan doen. „Het is leuk meegenomen, maar een koe moet hier elke dag haar geld opbrengen”, aldus de veehouder, die vooralsnog tevreden is over zijn kruislingen.
„Het zijn makkelijke koeien, want ze kennen nauwelijks een negatieve energiebalans. Maar de proef is nog jong, dus eigenlijk kunnen we nog niet veel zeggen over de resultaten. Mijn oudste kruislingen zijn pas derdekalfs.” Miedema adviseert sterk te selecteren op uiers. „Minimaal 115 op Fleckvieh-basis, anders krijg je teleurstellingen. Onze kruislingen hebben goede gebruiksuiers, maar ze moeten er ook ouder mee worden. Het is dan ook leuk dat de eerste onderzoeksresultaten er zijn, maar het belangrijkste moet nog komen, namelijk de levensduur.”
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Susan Rexwinkel