Zeventig procent eerste keer drachtig
Een hormoonbehandeling bij koeien die moeilijk drachtig worden, is in de Nederlandse melkveehouderij dagelijkse praktijk. Diezelfde behandeling preventief of als ‘managementtool’ toepassen, gebeurt in ons land weinig. In tegenstelling tot landen als Amerika en Canada.
De koppels koeien zijn daar groot, variërend van 500 tot 5.000 stuks, waardoor een individuele benadering van probleemkoeien te veel tijd kost. Het is dan efficiënter om via vaste protocollen te werken en elke koe een hormoonbehandeling te geven voor een betere drachtigheid en afvlakking van het kalven bij koeien.
Meerdere protocollen
In Nederland is het vooral Dierenartsenpraktijk Midden-Salland, die ervaring heeft met hormoonbehandeling op grote schaal. De praktijk begeleidt een aantal praktijkproeven voor Intervet. „We hebben de afgelopen tien jaar meerdere protocollen uitgezet en praktijkproeven gecontroleerd”, vertelt dierenarts Marco Verhoef.
„Het voordeel van ovulatiesynchronisatie is dat de melkveehouder de eisprong van zijn koeien kan synchroniseren, zodat de koeien tochtig worden op vaste momenten. Dat is handig als ‘managementtool’ en verbetert de kans op dracht. Ook probleemkoeien worden gemakkelijker drachtig. In Nederland wordt het niet zozeer gebruikt als managementtool, maar meer voor het inzetten bij probleemkoeien.”
Een gemiddeld Nederlands melkveebedrijf behandelt volgens Verhoef ongeveer 15 procent van de koeien met hormonen. Dit kan bestaan uit een of meerdere injecties. De ovulatiesynchronisatie protocollen zijn eigenlijk niet meer dan het injecteren van hormonen (Gonadotropin of GnRH) en tochtigheidspreparaten volgens een strak schema. Volgens Verhoef is elke koe, die niet net heeft gekalfd, geschikt voor deze behandeling. Zeker als de koe de vrijwillige wachttijd voorbij is.
Robotmelkers
Verhoef begeleidt de melkveehouders die zowel een gewone hormoonbehandeling toepassen als diegenen die het meer als een managementtool gebruiken. Melkveehouders mogen wettelijk op indicatie van de dierenarts hormonen toedienen, maar de dierenarts levert de hormonen.
Het vraagt om een zekere deskundigheid en ervaring om de protocollen uit te voeren. Veelal is het de dierenarts zelf die alles controleert en evalueert. Verhoef: „Ik maak meestal een planning van de dracht. Een deel van de koeien zal op een natuurlijke manier tochtig raken en die kun je aanvullen met probleemkoeien die je wilt behandelen.”
„Vooral voor robotmelkers is een planning van het drachtig worden van de koeien belangrijk. Zij willen geen pieken, maar dat elke maand een bepaald percentage van de koeien afkalft. Een melkveehouder met een robot en honderd koeien wil dat maandelijks tien koeien afkalven.”
Het maken van een drachtigheidsplanning is niet hetzelfde als een preventief of honderd procent managementtool, waarbij alle koeien de hormoonbehandeling ondergaan. „Het voordeel is dat alles planbaar is. Alle koeien kun je in een bepaalde periode drachtig krijgen.”
Preventief
In de praktijk van Marco Verhoef is een aantal bedrijven dat de behandeling op alle koeien preventief toepast, zoals melkveehouder Bas ten Hove uit Raalte. Hij heeft 120 melkkoeien en vaarzen. „Het werkt goed.” De extra kosten van ongeveer 30 euro per koe wegen volgens hem op tegen de voordelen van onder meer een verhoogde melkproductie.
„Dit is als proef voor Intervet begonnen, maar we gebruiken het inmiddels als ‘managementtool’. We krijgen nu 70 procent van de koeien de eerste keer drachtig. De tussenkalftijd is aanzienlijk verminderd en we vervangen minder koeien. Het grote voordeel van ovulatiesynchronisatie is het arbeidsgemak, doordat je met schema’s en protocollen werkt. Er zijn vaste dagen en tijdstippen. Dat is gemakkelijk voor een goede planning en is hetzelfde wat varkenshouders doen.”
„Hoe meer koeien je hebt, des te moeilijker je ze individueel kunt begeleiden. Dan moet je systematisch werken voor een beter overzicht en strakke planning. Door hiermee te werken, verhoog je de totale melkproductie, omdat je de periode verkleint waarin de koe het minst produceert. Ze zijn ook sneller op topproductie.”
Protocol
Ten Hove heeft een aantal protocollen getest en werkt inmiddels met een protocol dat goed functioneert. Een protocol is niets meer dan een schema waarin staat wanneer een koe een spuit voor de tochtigheid of hormonen krijgt en wanneer zij wordt geïnsemineerd. Het huidige protocol van Ten Hove is een achttiendaags schema (drie weken), dat op maandag begint. Dan wordt een aantal koeien voor tochtigheid gespoten.
Op woensdag krijgen zij een injectie met het hormoon Receptal. De dinsdag erop worden ze weer met het hormoon geïnjecteerd. Een week later op dinsdag krijgen de koeien een behandeling voor tochtigheid en in diezelfde week worden koeien donderdagochtend weer geïnjecteerd met Receptal en door de dierenarts onderzocht. Donderdagavond worden ze geïnsemineerd.
Op deze wijze krijgt Ten Hove 70 procent van zijn koeien bij de eerste keer drachtig. Dat is aanzienlijk meer dan het landelijke gemiddelde. Het hele schema wordt door de dierenarts begeleid. Ten Hove: „Je moet het protocol afwerken en toepassen, ongeacht of de koeien een natuurlijke tochtigheid hebben. Dat zorgt voor betere resultaten.”
„Als een koe eerder dan het protocol tochtig wordt, laten we haar gaan. Dan kan ze opschonen en wordt ze daarna behandeld volgens het protocol.” Overigens zijn er vele verschillende protocollen en welke werkt, is sterk afhankelijk van het bedrijf, de melkveehouder en de koeien.”
Ideaal systeem
Door exact aan de protocollen vast te houden, komen alle koeien die niet de eerste keer drachtig worden, weer terug in het proces van ovulatiesynchronisatie. „Geen koe die ik nu vergeet of links laat liggen, waardoor de tussenkalftijd oploopt. Ze blijven in het schema totdat ze drachtig zijn. Voor mij is dit een ideaal systeem en andere melkveehouders die hiermee werken, zijn er ook enthousiast over.”
De vroege drachtigheidscontrole wordt door DAP Midden-Salland uitgevoerd door het nemen van bloedmonsters die worden onderzocht op pregnancy associated glycoprotein (PAG). Het is een methode die in Nederland vrij uniek is. Later volgen hercontrole door palpatie of echo op negentig dagen en vlak voor droogzetten (pre-dryoff).
Deskundige
Een melkveehouder die ovulatiesynchronisatieprotocollen wil toepassen, moet wel aan een aantal randvoorwaarden voldoen, vindt dierenarts Marco Verhoef. „Een melkveehouder kan hier niet zomaar mee beginnen. Hij moet zijn zaken goed voor elkaar hebben en iemand hebben die verstand heeft van ovulatiesynchronisatie.”
„Hij moet samenwerken met een deskundige. Wij begeleiden ongeveer driehonderd melkveehouders en hebben inmiddels ervaring om fouten en datgene wat er mis kan gaan, weer recht te breien. We onderzoeken en evalueren wekelijks. De melkveehouder moet hier serieus mee bezig zijn anders wordt het een chaos.”
Maatschappelijke discussie
Hormonen in veehouderij hebben een behoorlijke negatieve klank. Ze worden vaak geassocieerd met de groeihormonen in de vleesindustrie. Hoewel deze hormonen elders in de wereld zijn toegestaan, zijn groeihormonen in Nederland verboden. Daarentegen zijn groeihormonen totaal anders dan hormonen om de vruchtbaarheid te verbeteren.
Er zijn geen wereldwijde onderzoeken die aangeven dat deze vruchtbaarheidshormonen schadelijk voor de mens zijn als zij de melk drinken van koeien die met het vruchtbaarheidshormoon zijn behandeld. Of dit ook aan het publiek duidelijk is te maken, valt te betwijfelen. Veel burgers hebben te weinig verstand van de landbouw om de verschillen te begrijpen.
Dat plaatst het massaal en preventief gebruik van vruchtbaarheidshormonen in een moeilijk daglicht en de vraag rijst of de melkveehouderij hier bewust rekening mee moet houden. „De probleemkoeien worden nu regelmatig met hormonen behandeld”, zegt Jorrit van den Broek, productmanager Ruminants Intervet Nederland.
Geen weerstand
„Bij een slechte vruchtbaarheid moet je eerst naar voeding en vruchtbaarheid kijken. Bovendien voorkom je met ovulatiesynchronisatie dat veel koeien afgevoerd worden. Tegen het preventief inzetten van hormonen bestaat in de sector geen weerstand. Daarbuiten wel. Vruchtbaarheidshormonen zijn veilig. Zeker in vergelijking met andere medicijnen”, aldus Van den Broek
Ook melkveehouder Bas ten Hove uit Raalte ziet geen gevaren. Hoewel dierenarts Marco Verhoef voorstander is van deze methode plaatst hij bij de maatschappelijke beleving wel een kritische kanttekening. „Er zijn weinig bedrijven die 100 procent de ovulatiesynchronisatie toepassen. Ik denk ook niet dat je dit veel moet propageren. Je kunt je afvragen of het verkoopbaar is richting de consument en of dit het imago van de zuivelsector ten goede komt.”