Rundveestapels en melkproductie in meeste EU-landen kleiner
De afname deed zich vooral voor in de twee grootste productielanden. In Frankrijk daalde het aantal runderen met 3,2 procent tot 18,17 miljoen stuks, gevolgd door Duitsland (-2,9 procent; 11,64 miljoen). De daling in België en Roemenië was iets lager, met elk ongeveer 1,5 procent.
Een soortgelijk beeld kwam naar voren bij melkkoeien, waar de melkveehouderij in 11 van de 17 onderzochte EU-landen werd beperkt. Volgens Eurostat is het totale aantal melkkoeien in die landen met ongeveer 220.000 dieren (1,4 procent) afgenomen tot 15,90 miljoen koeien.
In Nederland groei
In Nederland was in 2020 voor het eerst sinds enkele jaren weer sprake van een lichte groei van de rundveestapel. Op teldatum in het voorjaar telde Nederland 3,8 miljoen runderen, 0,7 procent meer. Het aantal melkkoeien steeg met 1,0 procent naar 1,6 miljoen.
De Nederlandse rundveestapel was in de jaren 2017, 2018 en 2019 gekrompen. In 2017 trad het fosfaatreductieplan voor de melkveehouderij in werking. Bedrijven verkochten toen melkvee om de groei van de veestapel te stoppen, zo verklaarde het CBS destijds.
Vooral in Litouwen (-3,4 procent), Duitsland (- 2,3 procent; 3,92 miljoen) en Frankrijk (-1,6 procent) werden minder melkkoeien gehouden, en in Tsjechië, Roemenië en Polen tussen 1,4 procent en 1,9 procent minder. De melkveestapel in Spanje en Italië lag bijna op het niveau van vorig jaar. De melkveebedrijven in Denemarken, België en Zweden hadden tussen de 0,4 procent en 1 procent meer koeien op de boerderij.
In Denemarken bleef het aantal runderen ongewijzigd, in Polen, Italië en Spanje was er een matige toename van de veestapel tussen 0,3 procent en 0,5 procent. Alleen voor Griekenland en Cyprus waren er aanzienlijk grotere kuddes vee, respectievelijk 1,7 procent en 4,6 procent dan een jaar eerder.