Nieuwe exportregels na Brexit zorgt voor enige spanning bij FrieslandCampina

„Vanaf 1 april moeten onze producten van veterinaire gezondheidscertificaten zijn voorzien, omdat we die van melk maken, een dierlijke grondstof”, legt Wim Kloosterboer, Corporate Manager Trade & Dairy Affairs. uit. Ondanks een goede voorbereiding is FrieslandCampina voor de het verkrijgen van de veterinaire certificaten afhankelijk van de Britse en Nederlandse inspectie en douanediensten. „En dat maakt het toch nog spannend”, aldus Kloosterboer.

Brexit team

Het verhandelen van producten buiten de Europese Unie (EU) vraagt om een aanpassing van de bestaande handelssystemen. „Dat vergt de nodige voorbereiding”, vertelt Kloosterboer. Een Brexit-team, bestaande uit medewerkers van verschillende organisatieonderdelen, heeft inmiddels in kaart gebracht welke processen moeten worden aangepast, om te voldoen aan de nieuwe exportregels. „Gelukkig gelden er geen importquota en hoeven we geen importtarieven te betalen, omdat wij kunnen aantonen dat onze producten volledig in de EU zijn geproduceerd”, aldus Kloosterboer. Dit vloeit voort uit de afspraken die de EU en het VK hebben gemaakt bij het opstellen van een nieuw handelsakkoord.

Yazoo en Chocomel

FrieslandCampina exporteert jaarlijks 20.000 ton kaas, de helft van de totale Nederlandse kaasexport. Maar daarnaast zijn ook Yazoo, Chocomel en ingrediënten voor de levensmiddelenindustrie belangrijke exportproducten voor het bedrijf. „De export naar het VK vertegenwoordigt een waarde van 200 miljoen euro”, aldus Kloosterboer. Het VK importeer van oudsher veel zuivelproducten uit Europa. Van de Britse kaasconsumptie wordt 45 procent, 405.000 ton, geïmporteerd uit Europa. Kloosterboer verwacht dan ook dat ook na Brexit de vraag naar Nederlandse kaas blijft bestaan.

Aanpassingen in transport

De nieuwe regels vragen ook om aanpassingen in transportroutes en het voldoen aan nieuwe internationale standaarden. Voor invoering van Brexit verliep het transport naar Ierland via het VK, deze route zal nu moeten worden aangepast. Daar komt bij dat het aanvragen en verwerken van veterinaire gezondheidsverklaringen leidt tot wachtdagen, waardoor het langer duurt voor het eindproduct bij de eindgebruiker terecht komt. Het grootste knelpunt bij de nieuwe werkwijze is dat bepaalde producten zoals kaas vooraf geïnspecteerd moeten worden. „En dat vraagt om extra opslagruimte, die er vaak niet is”, aldus Kloosterboer.