‘Maïs wordt vaak te dik gezaaid’
Dit stellen onderzoekers Brigitte Kroonen en Ad van Haperen en Groeikracht-adviseur Mark de Beer. Zij werken samen binnen het project ‘Grondig Boeren met Maïs’.
Volgens projectgroep zijn, zeker in Brabant en Limburg, zaainiveaus van 80- tot 95.000 zaden voldoende. Er zijn verschillende factoren die de optimale zaaidichtheid bepalen zoals; grondslag, zaaimoment, vroegheid en het gebruiksdoel. Als de omstandigheden bij het zaaien niet optimaal zijn, dan mag er ook niet te dun gezaaid worden. Om de optimale zaaidichtheid voor de eigen situatie te bepalen, is de aanbeveling om te overleggen met de teeltadviseur en loonwerker.
Variabele zaaidichtheid
Binnen het project werd het afgelopen jaar ook gekeken naar het effect van een variabele zaaidichtheid van de maïs. Dit vond plaats bij melkveehouder Patrick Hoefmans in Alphen. De gedachte is dat een mogelijke meeropbrengst kan leiden tot een betere stikstofopname en een lager stikstofverlies.
Van twee percelen werden taakkaarten gemaakt waarna de loonwerker de maïs met een variabele afgifte zaaide van 80.000 tot 95.000 zaden. Daarbij werd dikker gezaaid op plekken op plekken met een hoger opbrengstpotentieel en dunner op de plekken waar het opbrengend vermogen lager werd ingeschat.
Techniek werkt goed
De techniek werkt goed, zo stellen de projectbegeleiders. In het perceel waren de verschillen meetbaar. Door stuifschade, vorstschade, hagelschade, windschade en droogteschade was de data niet representatief om harde conclusies te trekken, al is er wel perspectief om de techniek verder te verkennen. De (zetmeel)opbrengst met variabel zaaien bleek in ieder geval niet minder dan bij een vaste (hogere) zaaidichtheid.