Maïspercelen uiterlijk 15 februari melden bij RVO
Dit meldt Minister Schouten van LNV. Deze aanpassing hoort bij het ‘Besluit van 29 december 2020 tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen ter uitvoering van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn en tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet.’
De verplichte aanmelding voor maïspercelen heeft te maken met het feit dat veehouders vanaf dit jaar pas 15 maart drijfmest of vloeibare zuiveringsslib mogen uitrijden op maïsland. Zo weten de controleurs van de NVWA welke percelen voor maïsland aangemerkt zijn. Voor biologische bedrijven geld de nieuwe regels niet.
Veehouders die de maïsteelt niet melden, zijn in overtreding. Als de veehouder besluit om geen maïs te telen op het betreffende perceel, dan kan hij uiterlijk 14 maart een wijziging doorgeven.
Nieuwe fosfaatsystematiek
Met ingang van 2021 zou ook de nieuwe fosfaatsystematiek leidend worden voor gras- en bouwland. Minister Schouten heeft, op advies van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), de wijziging met een jaar uitgesteld.
In de nieuwe systematiek worden percelen ingedeeld volgens de bodemvoorraad (P-AL) en de fosfaatbeschikbaarheid (PCaCl2). Op basis van deze indicators wordt de fosfaatklasse bepaald. Op deze manier worden percelen met een hoge bodemvoorraad maar een lage beschikbaarheid tegemoet gekomen. Andersom krijgen percelen met een hoge fosfaatbeschikbaarheid minder plaatsingsruimte voor fosfaat. Voor individuele bedrijven kan dit behoorlijk fosfaatruimte opleveren of kosten.
In tegenstelling tot eerdere berichtgeving blijven grondanalyses, net als in het verleden, vier jaar geldig. Een grondanalyse van na 15 mei 2019 blijft dus geldig tot en met de gecombineerde opgave van 2023. Dit betekent dat de fosfaatgebruiksnormen van 2020 tot en met 2023 mogen worden toegepast. Voor grondanalyses die in 2020 zouden vervallen, wil Schouten een regeling opstellen, die de geldigheid van deze analyses met één jaar verlengd.