‘Nauwelijks verschil in saldo tussen lange en korte tussenkalftijd’
Alfa verdeelde haar klantenbestand in twee groepen, een groep met de 25 procent laagste en 25 procent hoogste tussenkalftijd. De eerste groep had een gemiddelde tussenkalftijd van 389 dagen. Bij de tweede groep lag de tussenkalftijd op gemiddeld 447 dagen. Het saldo bij de korte tussenkalftijd-bedrijven is gemiddeld 21,47 euro per 100 kilo melk. De groep bedrijven met een lange tussenkalftijd halen een saldo van 22,03 euro.
Hogere melkproductie per koe bij lagere tussenkalftijd
De bedrijven met een korte tussenkalftijd hebben een duidelijk hogere melkproductie per koe dan de bedrijven met een lange tussenkalftijd; 9.601 kilo versus 8.767 kilo melk. Het vetgehalte ligt bij een korte tussenkalftijd lager; 4,36 versus 4,44 procent. Het eiwitgehalte verschilt nauwelijks; 3,57 versus 3,59 procent.
Opvallend is de hogere post omzet en aanwas bij een korte tussenkalftijd. Door de extra kalveren die geboren worden en het minder aankopen van vee, scoren de bedrijven met een korte tussenkalftijd 0,60 euro per 100 kilo melk hoger. Bij een korte tussenkalftijd is de leeftijd bij afvoer 4 maanden lager.
Minder kosten bij hoge tussenkalftijd
Bedrijven met een lange tussenkalftijd scoren iets beter aan de kostenkant (lagere kosten). Vooral de loonwerkkosten zijn lager. De machinekosten zijn daarentegen weer wat hoger voor deze bedrijven. De voerkosten zijn praktisch gelijk. Ook zijn de totale veekosten lager bij een lange tussenkalftijd.
Alfa adviseert goed naar de bedrijfseigen situatie te kijken. „Een korte tussenkalftijd is alleen te behalen met een gezonde, vruchtbare veestapel. Voor bedrijven met melkkoeien die een hoge persistentie hebben, is het niet wenselijk om een korte tussenkalfijd na te streven.”