Voervoorlichters hebben veel moeite met melden dierverwaarlozing
Dat schrijft vakblad De Molenaar. Erfbetreders zijn bang hun relatie met de veehouder te schenden, ze zijn bang voor de reactie van hun werkgever, ze vinden dat ze zich niet moeten bemoeien met de situatie van de boer, vinden het de verantwoordelijkheid van de dierenarts om actie te ondernemen of ze zijn er niet zeker van of de signalen wijzen op verminderde zorg voor dieren.
In 2012 is het convenant 'Signalering dierenverwaarlozing' ondertekend door bedrijven, banken en overheidsorganisaties, waaronder de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi). Als het goed is, staat de werkgever er dus achter en is er ook een contactpersoon dierverwaarlozing aanwezig binnen het veevoerbedrijf. Via het Vertrouwensloket kan de voervoorlichters een melding maken van verwaarlozing, maar ook bellen om advies in te winnen of om te overleggen. Bijvoorbeeld of bepaalde signalen wijzen op verminderde zorg voor dieren. Wanneer een erfbetreder verminderde dierzorg vermoedt en een melding maakt bij het Vertrouwensloket, dan gaat er een preventieteam op pad. Dit team bestaat uit een dierenarts en een bedrijfsdeskundige.
„Zij gaan kijken wat er precies aan de hand is op het bedrijf en maken samen met de boer zo nodig een plan van aanpak. Ook wordt bekeken of de veehouder eventueel extra begeleiding nodig heeft van bijvoorbeeld een maatschappelijk werkster of een financieel adviseur", legt Douma uit. Afhankelijk van de situatie begeleidt het team van het Vertrouwensloket de boer 3 of 6 maanden. Wanneer nodig wordt de begeleiding daarna overgenomen door het reguliere circuit. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) wordt niet ingelicht.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: De Molenaar
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: De Molenaar