Ontevreden leden blijven openstaan voor een gesprek met bestuur en directie van Cono
Melkveehouders gaan in hoger beroep in rechtszaak tegen Cono
De melkveehouders die leveren aan de fabriek en daarmee ook lid zijn van de coöperatie vinden dat beslissingen die invloed hebben op het inrichten van het bedrijf, eerst goedkeuring moeten krijgen van de leden van Cono. De rechter was het daar tijdens een rechtszaak in oktober niet mee eens. Die vond dat het bestuur ruimte moest houden om beslissingen te kunnen nemen.
Misbruik
Jos Stuijt is een van de ontevreden melkveehouders. Hij probeerde tijdens de afgelopen ledenvergadering in het bestuur te komen, maar kreeg niet genoeg stemmen (30 procent). „We gaan in hoger beroep omdat we grote zorgen hebben over de grote bevoegdheid die de rechter nu gegeven heeft aan het bestuur”, vertelt hij. „Ze hebben daar gelijk misbruik van gemaakt, met de beslissing om het niet willen leveren van VLOG-melk (GMO-vrij, red) te zien als een melkweigering. De rechter had bepaald dat een boete van 4 cent niet mocht, dus toen hebben ze er dit maar van gemaakt.”
Volgens de melkveehouder uit Wijdewormer (NH) is er tot op heden nog geen gesprek geweest tussen de boeren en het bestuur. „Ze zeggen elke keer met ons in gesprek te willen, maar we horen niks van directie en bestuur. Daardoor hebben wij niet het gevoel dat er snel iets gaat veranderen. Wel staat wat ons betreft de deur voor een gesprek nog steeds open.”
Groene stroom
De melkveehouders zijn het ook niet eens met het duurzaamheidsprogramma 'Belonen op resultaat’ van Cono, waarbij de leden premies krijgen als ze voldoen aan een aantal criteria. Zo helpt het onder meer om groene stroom te leveren en om extra blijvend grasland aan te wijzen. „Maar daar gaat de fabriek in onze ogen niet over”, vertelt Jack Konijn, een van de melkveehouders die naar de rechter is gestapt. „Er zijn al genoeg regels vanuit de overheid en ik wil als ondernemer ook de vrijheid houden om zaken zelf zo in te richten zoals ik denk dat goed is. Ze komen met zo’n plan op privéterrein, terwijl ze zich bezig moeten houden met de kaasfabriek.”
Als voorbeeld noemt hij het blijvend grasland. „Ik zit in een gebied met veel bollenkwekers, dus als ik mijn bedrijf ooit verkoop dan is de kans groot dat hier een bollenkweker komt te zitten. Wat heeft een bollenkweker aan grasland? Helemaal niks. Ik draai dan uiteindelijk op voor dat verschil, terwijl ik liever zelf zo’n keuze maak.”
Ze vinden dat zulke plannen op zijn minst langs de leden moeten. Konijn: „Als een meerderheid zegt: ‘We gaan het zo doen’, dan hoef ik het daar niet mee eens te zijn, maar dan is wel duidelijk dat wat het bestuur wil breder wordt gedragen en kan ik er beter mee leven. Maar nu moeten we van alles, anders lopen we premies mis. En dat stapelt zich hard op, waardoor we wel mee moeten met iets waarmee we het niet eens zijn.”
Tot januari
De ontevreden Cono-boeren hadden nog tot januari om een hoger beroep in te stellen. Iets wat overigens ook voor Cono gold, omdat de rechter de boeren gelijk gaf op het punt van de boete die stond voor het niet leveren van GMO-vrije melk.