Is zwavelbemesting in het voorjaar wel nodig?
Wat is de rol van zwavel in het gras?
Zwavel heeft een belangrijke rol bij de eiwitproductie, zowel in dieren als in planten, omdat het een bestanddeel is van de zwavelhoudende aminozuren (methionine en cysteine). Bij herkauwers is het dan ook van essentieel belang bij de productie van microbieel eiwit. Daarnaast is zwavel onder meer een onderdeel van de B-vitaminen thiamine en biotine en van het hormoon insuline.
Daarbij zorgt voldoende zwavel voor een verlaging van nitraatgehaltes. Aangezien zowel zwavel als stikstof nodig is voor vorming van eiwitten kan zwavel het nitraat gehalte drukken. Het is een hoofdelement en als zodanig ook in grotere hoeveelheden nodig voor goede groei van het gras. Zwaveltekort leidt net als stikstof tot lagere drogestofopbrengsten (10 tot 20 procent).
Is extra zwavel bemesten altijd nodig?
De zwavelaanvoer is de laatste 10 a 15 jaar flink afgenomen door lagere uitstoot van zwavel door de industrie en weinig gebruik van zwavelhoudende meststoffen. Zwavelaanvoer vindt nu voornamelijk plaats door mineralisatie van organische stof. De overige kleinere aanvoer-posten zijn depositie (neerslag vanuit de lucht), capillaire opstijging vanuit de bodem en dierlijke mest en als afvoerpost uitspoeling.
Omdat zwavel vanuit de mineralisatie pas laat op gang komt, heeft voornamelijk de eerste snede last van zwavel tekort. Voor de eerste en tweede snede is een extra zwavel bemesting meestal wenseljk.
Maar andersom kan natuurlijk ook, zwavel is sterk verzurend. Te veel zwavelbemesting zorgt voor onnodige verzuring van de bodem (en onnodige kosten).
Hoe kun je op de kuilanalyse zien of de zwavelvoorziening voldoende was?
De S-index van Eurofins Agro laat zien in hoeverre de zwavel beschikbaar is geweest voor het gewas. Daarbij ligt het optimum tussen de rond de 100. Zit de S-index daaronder moet de bemestingstrategie tegen het licht gehouden worden en is een extra gift wenselijk. Zo kun je met de S-index van de eerste snede bijsturen voor de 2e snede en kan er geevalueerd worden voor de bemestingstrategie voor het jaar erop.
De S-index op de kuilanalyse van vorig jaar geeft een goede indicatie
Hoe kun je van te voren bepalen of een zwavelbemesting zinvol is en hoeveel je het beste kunt bemesten?
Zoals hierboven beschreven geeft de S-index van het jaar ervoor een goede indicatie hoe de strategie aangepast moet worden (of juist niet). Maar de omstandigheden zijn natuurlijk niet elk jaar hetzelfde. Om strak op de bemesting te zitten is de BijmestMonitor ook een goede uitkomst. Deze is al redelijk ingeburgerd bij akkerbouwers en wordt gebruikt om de opbrengst te optimaliseren. Voor gras werkt deze ook.
Het monster combineerd twee monsters, grond monster en gewas monster. Het grondmonster kijkt wat er op dat moment beschikbaar is voor de plant, het gewas monster checkt of dit ook daadwerkelijk opgenomen wordt. Hiermee kan dus snel geschakeld worden in bemesting en kan heel precies bepaald worden hoeveel er nog bemest moet worden.
Zit er nog verschil tussen zwavelmeststoffen?
Zeker! Zo zijn er bijvoorbeeld minerale en elementaire zwavelmeststoffen. Minerale meststoffen zijn sneller beschikaar dan elementaire zwavelmeststoffen. De laatste groep komt pas vrij na oxidatie, dat kan een langere tijd in beslag nemen en daarom niet geschikt voor bemesting in het voorjaar.
Binnen de minerale groep meststoffen zijn er ook verschillende verhoudingen 3:1 of 4:1 met stikstof. Waarbij de eerste verhoudingsgewijs dus meer zwavel bevat. De keuze voor welke meststof moet altijd gemaakt worden aan de hand van bodemanalyses en de S-index.
Tekst: Eurofins Agro