LBI en KTC Zegveld onderzoeken kuil met smalle weegbree
Aanleiding voor de proef was dat uit eerder onderzoek bleek dat het kruid smalle weegbree een gunstig effect heeft op de lachgasemissie in veenweidegebieden. Daarnaast passen steeds meer melkveehouders in (een deel van) hun grasland kruidenmengsels toe; onder meer omdat dat ook wordt gestimuleerd door diverse zuivelverwerkers.
Smalle weegbree is mede dankzij de wat diepere beworteling beter bestand tegen droogte dan gras. Qua tonnage kan het minstens zo productief zijn als Engels raaigras, en in droge periodes kan het zelf meer opbrengst leveren, geeft Pijlman aan. In de meeste mengsels voor productief kruidenrijk grasland is dan ook smalle weegbree opgenomen.
Nieuw-Zeeland
In Nieuw-Zeeland wordt smalle weegbree al 20 jaar ingezet als ruwvoer. Resultaten daar laten zien dat het kruid de stikstofbenutting van melkkoeien via verschillende mechanismen gunstig kan beïnvloeden. „Maar in Nieuw-Zeeland hebben ze geen stallen en ook geen kuilvoer. Over de voederwaarde en de effecten op de melkproductie van ingekuilde weegbree is maar weinig bekend”, alus de LBI-onderzoeker.
Op KTC Zegveld is dit seizoen een flink perceel smalle weegbree ingezaaid, met Engels raaigras als onderzaai. Dit perceel bevatte voor 80 à 90 procent smalle weegbree, vertelt Pijlman. Daarnaast lag een perceel met enkel Engels raaigras. Van beide percelen zijn kuilen gemaakt.
Drie groepjes van vier koeien
De voerproef is eind oktober gestart. De proefkoeien zijn opgedeeld in groepjes van vier. Elk groepje krijgt in de loop van de winter een paar weken enkel graskuil, een paar weken enkel weegbree-kuil en een paar weken een 50-50 mengsel van graskuil en weegbree-kuil. Er worden op verschillende momenten metingen gedaan aan voeropname, melkproductie, voerbenutting en methaanemissies.
Sommige koeien moesten in het begin wel wennen aan de weegbreekuil. „Maar na een aantal dagen namen ze het allemaal wel gewoon goed op. Andere koeien vraten het meteen volop.” Anders dan de foto misschien doet vermoeden, ruikt de weegbreekuil prima, net zoals gewone graskuil, volgens de onderzoeker. De donkere delen zijn de bladeren van de smalle weegbree.
Over de (verschillen in) melkproductie kan Pijlman op dit moment nog weinig zeggen. „We hebben net de eerste melkcontrole achter de rug; die uitslagen heb ik nog niet binnen. Maar het lijkt erop dat de groepen elkaar qua productie weinig ontlopen.” De komende weken volgen uitgebreidere metingen aan voer en mest. De resultaten van de proef worden in het voorjaar van 2021 verwacht.
Hogere N-benutting
Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om te kijken welke bijdrage smalle weegbree in een graskruidenmengsel kan leveren aan vermindering van de nitraatuitspoeling, lachgasemissie en ammoniakemissie; kortom hoe weegbree kan bijdragen aan een hogere N-benutting. Het onderzoek wordt gefinancierd door ZuivelNL.
