Fonterra verkoopt Chinese boerderijen
Op het einde van het laatste boekjaar bedroeg de nettoschuld van Fonterra 2,7 miljard euro. Als reactie hierop eisten de Nieuw-Zeelandse melkveehouders dat hun coöperatie zich concentreert op de binnenlandse zuivelindustrie. Ze accepteren niet langer dat hun inkomsten lijden onder onrendabele investeringen in overzeese producitelocaties.
Fonterra verkoopt de melkveecentra in Ying en Yutian voor 290 miljoen euro aan de Chinese zuivelfabriek Inner Mongolia Natural Dairy. Bovendien nemen de Nieuw-Zeelanders afscheid van hun belang van 85 procent in het Hangu-melkcentrum. Dit centrum is voor een bedrag van 23,8 miljoen euro gekocht door Beijing Sanyuan Venture Capital Co.Ltd.
Schulden aflossen
De verkoopopbrengsten worden gebruikt om de schulden te verminderen, aldus Miles Hurrell, CEO van Fonterra. Volgens het blad Nieuw-Zeelandse “Dairy News” heeft Fonterra de afgelopen tien jaar zo'n 565 miljoen euro geïnvesteerd in de melkveebedrijven in China, maar heeft dat slechts magere winsten opgeleverd. De verkoop bevestigt de moeilijkheden die Fonterra ondervond bij het ondernemen in het buitenland. Het bedrijf verloor vorig jaar meer dan 600 miljoen Nieuw-Zeelandse dollar ($ 400 miljoen), grotendeels vanwege problemen met haar activiteiten in China, Brazilië en Venezuela.
Fonterra begon in 2007 met het bouwen van zuivelboerderijen in China, om een rol te vervullen in de groeiende markt voor verse melk. Chinese klanten vertrouwden al lang op overzeese zuivelmerken vanwege de veiligheid en de kwaliteit. Een voorkeur die groeide na een enorm schandaal met besmette babymelk in 2008. Het Nederlandse FrieslandCampina veroverde destijds een groot deel van de Chinese vraag naar baby-melkpoeder.