Veel melkuitliggers? Let op aandeel calcium in rantsoen
Koeien die melk uitliggen zijn gevoeliger voor omgevingsgebonden bacteriën, zoals Streptococcus uberis en Escherichia coli. Daarnaast vormen koeien geïnfecteerd met koegebonden mastitisverwekkers, zoals Staphylococcus aureus en Streptococcus agalactiae, die tussen de melkbeurten melk uitliggen een extra gevaar op overdracht van kiemen voor de andere koeien in de stal.
De ene koe is gevoeliger voor het uitliggen van melk dan ander. Dit heeft onder andere te maken met de melksnelheid en de melkgift van de koe, de vorm van de spenen (genetisch), de speenconditie en de ondergrond waar de koe op ligt. Zo wordt wel verondersteld dat een koematras waarbij de warmte onvoldoende wordt afgevoerd, eerder zorgt voor melk uitliggen. Zomers is het aantal melkuitliggers vaak hoger. Het ene bedrijf heeft er meer last van dan de andere bedrijf.
Te korte rustfase
Wanneer melk uitliggen op bedrijfsniveau een probleem is, dan de afstelling van de melkmachine een rol spelen. Daarbij valt vooral te denken aan een verkeerde afstelling van de pulsatoren en/of afname. Zo melden de dierenartsen van het M-team van Universiteit Gent dat bij een te korte rustfase de speen tijdens het melken zal opzwellen. Zwelling van de speen gaat gepaard met een verminderde oppervlakte van het tepelkanaal. Een vermindering in oppervlakte met 5 procent veroorzaakt al een daling in de melksnelheid met 20 procent. Door de zwelling zal er ook meer restmelk in de uier achterblijven, waardoor de dieren gemakkelijker melk zullen uitliggen tussen de melkbeurten door.
Ook blindmelken door niet goed voorbehandelen, speelt een rol. Dit kan speenpuntvereelting en teveel restmelk veroorzaken. Het advies is minimaal 15 seconden voor te behandelen en het melkstel na 60 tot 90 seconden onder te hangen.
Calcium en spieren slotgat
Er zijn echter bedrijven waar zelfs koeien die al langer in lactatie zijn, en niet zoveel druk meer op het uier hebben, toch melk uitliggen. Een belangrijke oorzaak kan dan het calciumniveau in het rantsoen zijn. Calcium (krijt) is een belangrijk mineraal als het gaat om de spierfunctie. Ook rond het slotgat van de speen zitten spieren die ervoor zorgen dat het slotgat goed samentrekt. Bij een tekort aan calcium is er dus meer kans op het onvoldoende samentrekken van deze spieren.
Het advies is om koeien 6 gram per kilo droge stof aan calcium te voeren. Als er dan nog sprake is van teveel melk uitliggers, is het het overwegen waard om het aandeel calcium te verhogen met 0,5 gram per kilo droge stof. De omstandigheden kunnen er namelijk voor zorgen dat het lichaam het calcium onvoldoende opneemt. Dit heeft vooral ook met de penswerking te maken. Bij een goede penswerking is de opname van calcium uit het voer optimaal. Koeien die tegen de pensverzuring aan zitten zouden mogelijk te weinig calcium opnemen.