'Vaars' van 7,5 jaar oud en ruim 60.000 kilo dikke melk
Vera 72 (Gold Crown x Stylist x Gevels Devon) werd 7,5 jaar geleden geboren. Ze kalfde in maart 2015 af. Vanwege de zware kalving is haar geslachtsorgaan vergroeid en kan ze niet meer drachtig worden.
De eerste 300 dagen maakte de koe een gemiddelde lijst. ,,Ze begon onder de 100 lactatiewaarde en heeft op de top hooguit 33 liter gegeven”, vertelt Daan van Grinsven. Maar tot verbazing van de eigenaren bleef de koe maar produceren. ,,Ze geeft nog dagelijks rond de 30 kilo melk. Ons beleid is dat we koeien die niet drachtig zijn onder de 20 liter afvoeren. Dan zijn ze voor ons niet meer rendabel. Maar daar is deze koe nog niet aan toe."
Nooit tochtig
De veehouder vindt het wel dat ze om de 300 dagen een cyclus maakt in haar productiecurve. ,,Ze geeft dan eerst even wat minder en daarna stijgt de productie weer. Ze wordt alleen nooit tochtig en haar conditie is altijd heel vlak. Ik denk dat ze haar persistentie van haar vader heeft. Die scoort op hoog op dit vlak. Overigs maakte ook haar halfzus een lange lijst van 800 dagen. Die was ook wel persistent, maar niet zo als deze koe.”
Hoog vet en eiwit
Vera 72 heeft inmiddels 2009 lactatiedagen en ruim 62.000 kilo melk gegeven. De lactatiewaarde is gestegen naar 136 bij een gemiddelde productie van 31 kilo melk met 4,99 procent vet en 4,24 procent eiwit. Van Grinsven: ,,Ze krijgt maximaal vier kilo brok. Een hele efficiënte koe die voor ons heel rendabel is.” Wat exterieur betreft is het een robuuste koe met een extreem brede voorhand. Wel heeft ze een sterk oplopend kruis.
Vaarzen later insemineren
Voor de familie van Grinsven, die rond de 350 koeien melkt met melkrobots, is de prestatie van de koe een bevestiging dat een korte tussenkalftijd niet het streven hoeft te zijn. Zeker niet bij vaarzen. ,,Wij insemineerden koeien altijd vanaf 60 dagen en vaarzen vanaf 80 dagen. Maar dan nog gaven de vaarzen vaak te veel melk bij het droogzetten. Inmiddels insemineren we vaarzen ook gerust vanaf 100 dagen. Daarbij kijken we ook zo veel mogelijk naar de vererving van de ouders.”