Concurrentiepositie Nederlandse melkveehouders stijgt
De belangrijkst oorzaak van het dalen van de kritieke melkprijs is een gemiddelde stijging van de melkproductie van vijftien procent per bedrijf. Hierdoor kunnen de vaste kosten worden gespreid over meer kilogrammen melk, waardoor de kritieke melkprijs daalt. Ook in de biologische melkveehouderij is sprake van schaalvergroting, maar dit heeft vooralsnog niet geleid tot een daling van de kritieke melkprijs. De schaalvergroting op de biologische bedrijven kenmerkt zich door een verdere extensivering gecombineerd met een stijging van de melkproductie. De toename in het grondgebruik brengt zoveel vaste kosten met zich mee dat de kritieke melkprijs stijgt ondanks het gegeven dat ook de melkproductie stijgt.
Korte en lange termijn
Op de korte termijn realiseren de kleine gangbare bedrijven de laagste kritieke melkprijs, 31 euro per 100 kilogram melk. Voor bedrijven met vijftig koeien of meer ligt de kritieke melkprijs op 33 euro per 100 kilogram melk. De lagere kritieke melkprijs op kleinere bedrijven heeft twee duidelijk aanwijsbare redenen. Deze bedrijven halen vaak meer inkomsten buiten het bedrijf en ze hebben vaak minder schulden.
Op de lange termijn realiseren de bedrijven met 150 melkkoeien of meer de laagste kritieke melkprijs, gemiddeld 38 euro per 100 kilogram melk bij een melkprijsverwachting voor de lange termijn van 36 euro per 100 kilogram melk. Voor 76 procent van de bedrijven betekent dit dat zij op de lange termijn niet aan alle financiële verplichtingen kunnen voldoen. In de biologische melkveehouderij bedroeg de kritieke melkprijs in de periode 2014-2018 gemiddeld 52 euro per 100 kilogram melk. De gerealiseerde melkprijs in dezelfde periode bedroeg 50 euro per 100 kilogram melk. Dit levert voor vijftig procent van de biologische melkveehouders problemen op bij het voldoen van hun financiële verplichtingen.
Het gegeven dat 76 procent van de gangbare bedrijven en 50 procent van de biologische bedrijven op de lange termijn niet kunnen voldoen aan hun financiële verplichtingen staat in schril contrast met de constatering dat de concurrentiekracht lijkt verbeterd door een daling van de kritieke melkprijs.
Kostprijs versus kritieke melkprijs
Voor zowel gangbare als biologische geldt dat de kleinere bedrijven vaak een hoge berekende kostprijs hebben in combinatie met een lage kritieke melkprijs. Voor deze bedrijven geldt dat een relatief groot deel van de berekende kostprijs, niet daadwerkelijk in cash wordt uitgegeven. Bij bedrijven met 50 melkkoeien of meer ligt de kostprijs vaak lager, terwijl de kritieke melkprijs hoger ligt. Dit wordt veroorzaakt doordat een groot deel van de berekende kostprijs wel daadwerkelijk in cash moet worden uitgegeven.
Hierboven ziet u de verdeling van de kritieke melkprijs van 2018 voor de korte en de lange termijn over alle gangbare melkveebedrijven die deelnemen aan het Bedrijveninformatienet. Deze grafiek illustreert de enorme variatie in de hoogte van de kritieke melkprijs tussen bedrijven.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: WUR Agrimatie