ING-bank verwacht voor de rest van 2020 ondergemiddelde melkprijzen

De hoge voerkosten en de lage opbrengstprijzen leidden in de eerste helft van 2020 tot een gemiddelde verlaging van het rendement in de melkveehouderij met twintig procent. Hoewel de stemming op de zuivelmarkt is licht positief is, zijn er teveel in- en externe factoren die een negatief effect op hebben op de prijsvorming. De vraag naar zuivelproducten vanuit de foodservice blijft laag en de melkpoeder voorraden zijn gegroeid. De exportvolumes vallen tegen door dreigende handelsconflicten op de wereldmarkt en het risico van een no-deal brexit.

Drie procent krimp in 2020

In 2019 groeide de productie in de agrarische sector met één procent. Onder invloed van Covid-19 wordt voor 2020 een krimp van drie procent voorspeld. En ook voor 2021 verwacht ING geen sterke rendementsverbetering, hoewel een gemiddelde groei van één procent haalbaar lijkt. Op nationaal niveau loopt de Nederlandse veehouderij tegen haar grenzen aan en op internationaal niveau is sprake van een verminderde vraag door economische teruggang en dreigende handelsconflicten. ING bank verwacht dat de gevolgen van Covid-19 tot 2023 voelbaar blijven.

Toekomstrichtingen

Voor de lange termijn werkte ING twee scenario’s uit, een optimistische en een pessimistische.

Bij het pessimistische scenario gaat ING er vanuit dat we het nog heel lang zonder vaccin moeten stellen. De vraag vanuit de foodservice en horeca blijft dan voor langere tijd op een zeer laag niveau, waardoor de supermarkten meer invloed krijgen in de totale voedselketen. Tegelijkertijd stopt de overheid met het stimuleren van de economie en draaien ondernemers zelf op voor de kosten die betrekking hebben op het verduurzamen van de bedrijven. De aanhoudende crisis zorgt ervoor dat meer consumenten kiezen voor goedkoop in plaats van duurzaam voedsel. Een langdurige recessie dwingt ondernemers na te denken over nieuwe kansen en verdienmodellen.

Bij het positieve scenario wordt op ‘korte’ termijn een vaccin ontwikkeld, waarna de maatschappij geleidelijk terug kan keren naar bekende leef- en eetpatronen. Dit zal een positief effect hebben op de vraag en de prijsvorming. De overheid stimuleert de sector een positieve bijdrage te leveren aan het terugdringen van de ammoniakemissie, het herstellen van de natuur en het verder invoeren van de kringlooplandbouw. De consument beschikt over voldoende koopkracht en zal daardoor vaker kiezen voor gezonde producten. Dit geeft een impuls aan het op de markt brengen van milieu- en diervriendelijke concepten. Daar de agrarische sector minder conjunctuur gevoelig is dan andere sectoren, verwacht ING, ook bij het positieve scenario, geen uitbundig herstel van de agrarische sector.