Smaak is belangrijk voor een goede drogestof opname
Veel voorlichters beschikken over apparatuur om dit te bepalen. Indien het berekende drogestof- gehalte afwijkt van het werkelijke drogestof- gehalte, dan zijn de gevoerde producten natter of droger dan wat de analyse aangeeft, of er is iets fout gegaan bij het laden.
Er dient dagelijks minimaal 5 procent restvoer te zijn. Bij heel weinig of geen restvoer is het de vraag of alle koeien voldoende drogestof hebben kunnen opnemen. Een plotselinge stijging van de hoeveelheid restvoer of wanneer het geleidelijk steeds meer wordt, kan een indicatie zijn dat er iets met de voeropname aan de hand is.
Smaakbedervers
Geur en smaak van het voer zijn voor een koe belangrijke criteria. Broei en of schimmel in grassilage of maiskuil kost direct opname en een lagere ruwvoeropname betekend een lagere productie. Als de structuurwaarde van het rantsoen het toestaat, kan de lagere opname aangevuld worden met krachtvoer, maar ook dat betekend extra uitgaven. Het in en uitkuilmanagement speelt dus een belangrijke rol in de voeropname.
Teveel azijn en boterzuur wordt door een koe als niet smakelijk ervaren. Datzelfde geldt ook voor hoge gehaltes aan ammoniak (NH3) of ruw as. Ruwvoer zeer goed aanrijden en een goede en snelle conservering kan veel ellende voorkomen. Zand in een graskuil kan worden voorkomen door een goede afstelling van machines en het voorkomen van mollen in het land. Verder is het belangrijk dat een perceel vlak is, zodat de maaier, schudder en hark optimaal hun werk kunnen doen.
Droogstand en lactatiestart
We benadrukken het misschien nog niet vaak genoeg, maar de droge koeien op een bedrijf is de belangrijkste groep. Met name de laatste weken van de droogstand, daalt de opnamecapaciteit van de pens. Daar kunnen we op zich niet veel aan veranderen, maar belangrijk is, wat er in kan, dat dat er ook in gaat. Dat zelfde geldt ook in de eerste 6 weken na afkalven. Zowel voor als na afkalven komt een koe in een negatieve energiebalans. De kunst is de energievoorziening in deze periode zo optimaal mogelijk te houden. Daarbij zijn twee zaken belangrijk, de voeropname en de energieconcentratie. Als hier iets mis mee gaat, zal een koe niet optimaal presteren en is er een verhoogde kans op ketose of lebmaagverdraaiingen.
Smaak verbeteren
Ondanks dat we allemaal wel weten hoe we ruwvoer moeten winnen met een optimale smaak en geur, gaat het toch nog wel eens mis en moeten we constateren dat de opname tegenvalt. Op koppel niveau zouden we dan een suikerrijk product als melasse, smul- of snoepsiroop kunnen toevoegen. Wanneer het vooral gaat om de opname in de droogstand of bij de lactatiestart te stimuleren, dan is Glycerol daarvoor een ideaal product. Koeien in de negatieve energie balans zijn veel glucogene energie nodig en Glycerol bevat dat. Het is smakelijker dan Propyleenglycol en daarom ook zeer geschikt om in een Propydos of ander vloeistofdoseringsapparaat te verstrekken.
Toevoegen in de mengwagen of met een gieter doseren over het voer gaat ook prima. Het wordt geleverd in een IBC van 1250 kg. Het is Non- GMO en het voeradvies is 0,5 tot 1 kg per koe per dag.
Daarnaast is het product ook als droog product beschikbaar op een drager van cichoreipulp ( Glycopulp 50)
Telefoon 00 31 (0)514 56 90 01 Email: mail@speerstra.com Website: www.speerstra.com