Nederland is Europees koploper ammoniakreductie in procenten en tonnage
In het heetst van de stikstofdiscussie wordt veelal vergeten wat voor een bijdrage de Nederlandse landbouw, en specifieker, de veehouderij heeft geleverd in de vermindering van de stikstofuitstoot. Met deze nieuwe Europese cijfers kan de Nederlandse veehouderij haar rug recht houden. Nederland steekt met kop en schouders boven de rest van Europa uit als het gaat om ammoniakreductie. Met een enorme verlaging van 63 procent of 225 Gg in bijna 30 jaar tijd.
De grootste reductie werd echter in de eerste 20 jaar behaald; van 1990 tot 2010. Het laagste punt werd ook in 2013 bereikt; net voor het afschaffen van het melkquotum om vervolgens weer een beetje te stijgen en wederom te dalen.
Nederlands aandeel Europa
Die reductie komt ook tot uiting in het NH3 aandeel dat Nederland in Europa heeft. In 1990 lag dat aandeelpercentage nog op 6,8 procent en in 2018 was dit gedaald naar 3,4 procent. De Europese ammoniakemissie verminderde van 5.185 gigagram in 1990 naar 3.859 gigagram in 2018.
Duitsland, dat de NH3 uitstoot met 16 procent verminderde, heeft met 16,5 procent (636 Gg) het grootste aandeel. De Duitse reductie had groter kunnen zijn, maar in de periode van 2009-2015 gebruikte dit land veel kunstmest en niet-dierlijke meststoffen als compost.
Na Duitsland volgt Frankrijk met 15,4 procent, Spanje 12,2 procent, Italië 9,5 procent, Polen 8,2 procent en het VK 7,2 procent. De Belgische emissie bedroeg in 1990 zo’n 130 Gg. Dat lag in 2018 nog maar op 70 Gg; een aanzienlijke reductie van 46 procent.
93 versus 85 procent
Uit de Europese rapportage blijkt tevens dat landbouw verantwoordelijk is voor 93 procent van de ammoniakemissie in Europa. Ook hier lijkt Nederland voorop te lopen, want volgens het PBL is onze landbouw verantwoordelijk voor 85 procent van de totale ammoniakuitstoot in Nederland. De belangrijkste agrarische bronnen van de ammoniakemissie zijn bemesting met dierlijke mest, kunstmest en mestverwerking. Emissiebeperking is in de afgelopen jaren vooral gerealiseerd door veranderingen in mestmanagement in de varkenshouderij en door emissie-arme bemestingstechnieken.
Fijnstof ook verminderd
De Nederlandse veehouderij heeft niet alleen een reductie gerealiseerd in ammoniakemissie, maar ook in de uitstoot van stikstofoxiden. In de periode van 1990 tot 2018 is deze meer dan gehalveerd. Het Nederlandse aandeel van de EU-uitstoot van stikstofoxiden bedraagt 6 procent. Verder daalde ook de fijnstofuitstoot PM10 met 46 procent, ofwel van 42 Gg in 1990 naar 23 Gg in 2018. Hiermee behoort Nederland ook weer tot de koplopersgroep.
Frankrijk behaalde veruit de hoogste PM10 reductie met 49 procent en 207 Gg. Duitsland zag de PM10 uitstoot met 32 procent verminderen naar 211 Gg en in België daalde deze met 42 procent naar 32 Gg. Van de hele Europese PM10 uitstoot was de landbouw voor 16 procent verantwoordelijk; in Nederland ligt dit rond 20 procent.
De bijdrage vanuit de landbouw op de uitstoot van fijnstof PM 2,5 ligt rond 4 procent, maar ook hier daalde de totale Nederlandse uitstoot met 58 procent.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Bron: Europese Commissie