NVWA-tarieven stijgen volgend jaar met gemiddeld 2,3 procent
De NVWA wordt voor ongeveer 70 procent betaald door het ministerie van LNV en het ministerie van VWS. De overige 30 procent zijn kosten voor keuringen en herinspecties bij bedrijven. Deze kosten worden via retributies bij het bedrijfsleven in rekening gebracht. Het uitgangspunt hierbij is dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. De tarieven van de NVWA worden daarom jaarlijks aangepast aan de stijgende lonen en prijzen.
Andere oorzaken voor de stijging van de tarieven zijn het op verzoek van het bedrijfsleven inrichten van een extra keurpunt in de haven van Rotterdam, het feit dat de export groeit en dat landen buiten de EU steeds meer eisen stellen aan geïmporteerde producten. Dit betekent dat de NVWA meer werk moet verrichten om het bedrijfsleven in staat te stellen te exporteren naar deze derde landen.
De NVWA voegt daar aan toe dat als alle kostenstijgingen in rekening zouden worden gebracht, de stijging van de tarieven geen 2,3 procent maar gemiddeld 4,1 procent zou zijn. De ministeries van LNV en VWS hebben besloten om voor 2018 een deel van de prijsstijging voor rekening van de overheid te laten. Daarom valt de stijging van de tarieven nu lager uit.
In onderstaand kennisdocument een overzicht van de kostenstijging per sector