Overheid gaat geurnormen niet aanpassen
Dat heeft de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Ze komt tot deze beslissing na een evaluatie van de Wet geurhinder en veehouderij door een werkgroep die bestond uit vertegenwoordigers van VNG, IPO, LTO, GGD, milieufederaties en Burgergroeperingen met als voorzitter de Gelderse ex-gedeputeerde Co Verdaas.
De evaluatie bleek noodzakelijk, omdat in de loop van de jaren kritiek ontstond op dit stelsel van geurnormering. Belangrijke randvoorwaarde was daarbij dat ontwikkelruimte voor bestaande bedrijven met de nieuwe regelgeving niet zou worden ingeperkt.
Omgevingswet
Dijksma schrijft aan de Tweede Kamer: „Omdat geur een lokaal probleem is, is er een passende norm nodig op lokaal niveau. De Omgevingswet zal met het Besluit kwaliteit leefomgeving de gemeenten de ruimte bieden binnen een bepaalde bandbreedte de eigen norm te kiezen.”
De Omgevingswet biedt volgens haar de gemeenten handelingsruimte om het gewenste lokale maatwerk te bieden. Dit geeft tegelijkertijd ruimte voor een integrale aanpak en afweging voor de verduurzaming van de veehouderij.
Geen landelijk verband
Uit de verschillende hinderbelevingsonderzoeken de in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, ziet de staatssecretaris geen eenduidig landelijk verband tussen geurbelasting en hinderervaring ten opzichte van de landelijke norm.
„Mede ook gelet op de ruimte die de Omgevingswet aan gemeenten biedt, gevende hinderbelevingsonderzoeken mij vooralsnog geen aanleiding om nieuw onderzoek uit te voeren en op basis daarvan de geurnormen aan te passen.”
Omdat geur vooral een lokaal vraagstuk is, zou lokaal onderzoek wél nut kunnen hebben ter onderbouwing van lokaal beleid en het vaststellen van de lokale norm.
Integrale aanpak
Toch kunnen de geurnormen op een later tijdstip wel aangepast worden in het kader van de Integrale aanpak verduurzaming veehouderij.
„Als onderdeel van zo’n integrale benadering zal ook de geurproblematiek binnen de diverse sectoren aan de orde kunnen komen. Als blijkt dat aanpassing van geurregels toch nodig is, zal ik in nauw overleg met alle betrokken partijen voorstellen hiervoor ontwikkelen”, aldus Dijksma.