‘Kans op verlenging derogatie minimaal’
Eerst moet de mestproductie naar beneden. Een stelsel van fosfaatrechten is niet genoeg. De waterkwaliteit moet verbeteren. De Nederlandse overheid weet al twee jaar van het overschrijden van het fosfaatplafond, maar heeft nog altijd geen effectief plan van aanpak ingevoerd om de mestproductie te reduceren. Het geduld van ‘Brussel’ raakt op, aldus Sieta van Keimpema van de Dutch Dairymen Board (DDB). Op 23 november had zij samen met Antonissen een ontmoeting met vertegenwoordigers van het Nitraatcomité. Voor de varkenshouderij is behoud van derogatie cruciaal, want de mestafzetkosten zullen bij afschaffing in de varkenssector het meest stijgen.
Duurt te lang
Op basis van de besprekingen met het Nitraatcomité en het benodigde tijdspad en de procedures die nog gevolgd moeten worden, acht de DDB en ludK de kansen voor toekennen van een nieuwe derogatie voor 1 januari 2018, minimaal. Van Keimpema: „De aanpak tot nu toe voldoet niet. Er springen steeds meer kikkers uit de kruiwagen en het duurt te lang. Komend voorjaar zijn er verkiezingen en voor je het weet is het 2018. Dat signaal willen we afgeven."
Het Nitraatcomité maakt zich ook grote zorgen over de verdeeldheid van de sector en daarmee het gebrek aan draagvlak voor de voorgestelde maatregelen. Via de media wordt de berichtgeving hierover nauwlettend gevolgd. Brussel hecht aan draagvlak binnen de sector voor maatregelen. De huidige verdeeldheid kan Nederland gemakkelijk de derogatie kosten, concluderen Van Keimpema en Antonissen.
Overheid aan zet
Het stoort het Nitraatcomité dat sectorpartijen de zwarte piet soms doorschuiven naar Brussel, wanneer zij het oneens zijn over maatregelen. Terwijl het de lidstaten zelf zijn, die het maatregelenpakket samenstellen, vertelt Van Keimpema. Nederland heeft voor de fosfaatsystematiek gekozen maar dat kan ook anders. Bijvoorbeeld door intensief de waterkwaiteit te meten, zoals in Vlaanderen gebeurt.