Vruchtbaar de zomer door
Vruchtbaarheid en voeding
Vruchtbaarheidsproblemen op een melkveebedrijf zijn vaak een complex probleem, waarbij het niet altijd gemakkelijk is direct de vinger op de zere plek te leggen. Een goede bronst of tocht detectie is belangrijk, maar koeien moeten wel laten merken dat ze tochtig zijn. En als koeien wel tochtig zijn, moet de bevruchting eerst slagen en daarna moet deze ook nog in stand blijven. Hieronder geven we een aantal aspecten weer, die invloed hebben op de bovenstaande problemen.
Koeien laten hun tocht niet zien
Alle koeien hebben vlak voor en na afkalven te maken met een negatieve energiebalans. Een juiste conditie bij droogzetten en afkalven is daarom een eerste vereiste voor een goede voeropname, omdat een te vette koe te weinig voer opneemt. Daarnaast is een goed aanbod van glucogene energie belangrijk voor de ontwikkeling van de eicel en het laten zien van de tocht. Veel van deze glucogene energie uit het voer moet door de lever omgezet worden en dat is vaak het probleem.
In de negatieve energiebalans gaat een koe rond het afkalven lichaamsvet mobiliseren. Ongeveer de helft van dat vet kan een koe daadwerkelijk gebruiken als energiebron, de rest moet via de lever afgevoerd worden. De lever kan hierdoor vervetten en de glucose voorziening wordt daardoor lager.
Door 3 weken voor afkalven en zo mogelijk 3 weken na afkalven 60 gram per koe per dag ReaShure (pensbestendige choline) te verstrekken, kan een koe het vet beter afvoeren en wordt de kans op leververvetting kleiner.
Trouwe gebruikers van ReaShure bevestigen, dat koeien beter hun tocht laten zien en dat het bevruchtingspercentage enorm verbetert.
Is er geen aparte close-up groep, verstrek dan 45 gram per koe per dag gedurende de gehele droogstand. Een bijkomend voordeel van het gebruik van ReaShure is, is dat de melkproductie hoger piekt en dat koeien daardoor over de gehele lactatie zo maar 1 tot 1,5 kg per dag meer melk produceren. Inzet van ReaShure betaalt zich daardoor gemakkelijk terug.
Dracht in stand houden
Een tekort of overmaat aan bepaalde mineralen en sporenelementen kan ook een reden zijn van vruchtbaarheidsproblemen. Dat geldt ook voor een overmaat aan onbestendig eiwit (hoge OEB) in het rantsoen. Dat kan een hoog melkureum veroorzaken. We rekenen in Nederland nog niet veel met vetzuren, maar bepaalde vetzuren spelen eveneens een rol bij het in stand houden van de dracht. Van lijnzaad is bekend, dat het een gunstige invloed heeft op de vruchtbaarheid. Verder bleken er de afgelopen twee jaren na de hitte periode veel koeien niet (meer) drachtig te zijn. Vooral als koeien een langere tijd een hete periode doormaken, vreten ze minder en ze gaan na verloop van tijd lichaamsreserve aanspreken. Dit laatste is zeer nadelig voor de vruchtbaarheid, omdat in lichaamsvet hormonen zijn opgeslagen die de vruchtbaarheid blokkeren of doen opbreken. Wat kunt u doen:
Het advies is daarom om bij heet weer 250-300 gram per koe per dag Bergafat F100 bij te voeren, om de lagere energieopname te compenseren en te voorkomen dat koeien lichaamsreserve gaan mobiliseren. BergaLIN is een combinatie van pensbestendig vet en pensbestendig lijnzaad, een mooi product voor als de vruchtbaarheid moet worden verbeterd. Voeradvies 300-400 gr/koe/dag.