
Passieve weerstand bij pasgeboren kalveren regelmatig te laag

Het onderzoek is verricht op kalveren 2 tot 7 dagen na de geboorte. Dan is in het bloed te zien of de biestopname van de eerste 24 uur voldoende is geweest.
Passieve immuniteitsoverdracht
Met het geven van biest krijgen kalveren de eerste weerstand mee tegen ziekteveroorzakers. Deze tijdelijke vorm van bescherming wordt passieve immuniteit genoemd. Hierna gaat het kalf zelf weerstand opbouwen, genaamd actieve immuniteit. Het kost tijd voordat deze actieve immuniteit is opgebouwd, vandaar dat de passieve immuniteit voor een kalf van cruciaal belang is.
Een parameter om deze passieve immuniteitsoverdracht te beoordelen is het bepalen van het gehalte afweerstoffen (immunoglobulines of IgG's) in het bloed bij jonge kalveren. Deze IgG’s kun je meten in de biest zelf en in het bloed van het kalf. Dat laatste is de belangrijkste parameter. Hiermee kun je meten of je biestmanagement succesvol is. Dit is onder meer afhankelijk van veel factoren rondom koe(moeder), kalf en verstrekker van de biest.
Grenswaarde
De grenswaarde die aangeeft of een kalf voldoende passieve weerstand heeft opgenomen via de biest, wordt gesteld op 15 gr. IgG’s per liter bloed. Slechts 56% van de onderzochte kalveren zat boven deze grenswaarde. De overige 44% is met een te laag IgG-gehalte meer vatbaar voor ziektes zoals neonatale diarree.
Hoe hoger de IgG waarde, hoe kleiner de kans dat een dier ziek wordt. Een waarde boven 25 gr./L betekent: excellente biestvoorziening. Wanneer de IgG waarde onder 10 gr./L is, hebben kalveren de meeste kans om ziek te worden. In het onderzoek bleek 21% van de kalveren onder deze grens uit te komen.
Doel: aandacht voor verstrekken 5v’s biest
Het in kaart brengen van de IgG waarden laat veehouders en dierenartsen zien wat de situatie qua weerstand van de kalveren in werkelijkheid is. Op bijna alle bedrijven die meededen in het onderzoek was de verwachting positiever dan de werkelijke resultaten. Het liet zien dat goed biestmanagement moeilijker is dan het lijkt. Waar te optimaliseren, zal per bedrijf verschillen.
Zelf aan de slag met het geven van een gezonde start aan kalveren? Raadpleeg de dierenarts of klik hier.
Biestmanagement zelf verbeteren? Let dan hier op:
- hygiëne in de leefomgeving en bij het verstrekken van voeding (biest/water/melk/ruwvoer),
- het tijdstip en hoeveelheid van biestverstrekken (met biest van goede kwaliteit (> BRIX 23):
- zo snel mogelijk maar zeker binnen 6 uur 10% van het lichaamsgewicht van het kalf (3,5 uur-4 liter)
- binnen 24 uur 6 liter
- voeding van de droogstaande koeien
- het meegeven van meer passieve immuniteit tegen specifieke neonatale diarree veroorzakers in de vorm van vaccinatie van de droogstaande koeien.