‘Voeren natriumbicarbonaat loont, maar kan averechts werken’
Bij de productie van speeksel wordt veel bicarbonaat gevormd. Dit zorgt ervoor dat de pH in de pens stabiel blijft en niet te ver daalt, met pensverzuring tot gevolg. Wanneer door omstandigheden de koe te weinig structuurrijk ruwvoer opneemt ten opzichte van krachtvoer, gaat dit ten koste van de speekselproductie en daarbij de productie van bicarbonaat. Eén van de belangrijkste oorzaken is hittestress. Een koe kan al vanaf 20 graden last hebben van hittestress en daardoor een verminderde ruwvoeropname. De luchtvochtigheid is hierin een belangrijke factor.
Positieve effecten buffers
Hittestress in niet altijd te voorkomen. Maar de gevolgen kunnen wel beperkt worden. De ruwvoeropname is hierbij cruciaal. Naast alle andere maatregelen om de ruwvoeropname te stimuleren, is het een goede zaak om natriumbicarbonaat te voeren. Het is geen wondermiddel, maar het helpt om de zuurproductie in de pens enigszins te bufferen.
Uit verschillende onafhankelijke onderzoeken blijkt duidelijk dat natriumbicarbonaat en andere buffers effect hebben. Schothorst Feed Research legde 86 verschillende onderzoeken naast elkaar en concludeert dat buffers, waarvan het overgrote deel natriumbicarbonaat, gemiddeld zorgt voor een significant hogere pH van 0,12 ten opzichte van de controlegroepen. Dit resulteert in ruim een 0,6 kilo hogere drogestofopname, 0,5 kilo meer melk, bijna 0,20 procent hoger vetpercentage en een gelijkblijvend eiwitgehalte. De verschillen zijn groter naarmate de risico’s op hittestress hoger zijn.
Let op voeropname en energieniveau rantsoen
Bij hittestress wordt zo’n 250 gram natriumbicarbonaat per koe per dag geadviseerd. Dit is een flinke hoeveelheid. Natriumbicarbonaat is niet smakelijk en daarom worden hogere doseringen afgeraden. Maar in een keer beginnen met 250 gram natriumbicarbonaat is ook niet aan te raden. Wanneer koeien het niet gewend zijn kan dit de voeropname tijdelijk juist remmen. Daarnaast bevat natriumbicarbonaat geen energie of eiwit en verdund grote hoeveelheden het energieniveau van het rantsoen. Daar moet wel voor gecorrigeerd worden.
Om een voeropnamedip te voorkomen is het van belang om bij dreigende hittestress al tijdig te beginnen met natriumbicarbonaat. Dan kunnen de koeien aan de smaak wennen. Bij warm weer is het sowieso aan te raden om vaker per dag te voeren. Het bijkomende voordeel is dat er dan bijvoorbeeld twee keer 125 gram natriumbicarbonaat gevoerd worden.
Kationen anionen-balans
Een derde aandachtspunt is dat een teveel aan natrium de kationen anionen-balans verhoogd en een onbalans in de mineralenvoorziening kan veroorzaken. Dit kan problemen geven met de vochthuishouding en zucht of dikke hakken veroorzaken. In de praktijk komt dit zelden voor. Maar in als veehouders bijvoorbeeld al zout strooien op het land, naast natriumbicarbonaat ook nog zout (natriumchloride) voeren en het rantsoen al veel kali bevat, dan kan een opeenstapeling van kalium en natrium tot problemen leiden.
Andere buffers
Naast natriumbicarbonaat zijn er ook een scala aan andere producten op de markt die een bufferende werking hebben. Leveranciers claimen een betere en langere werking ten opzichte van natriumbicarbonaat. Dit wordt vaak ondersteund met eigen betaalde onderzoeken. Vaak zijn er allerlei extra middelen als gisten en vitamines aan toegevoegd. Dit hoeft niet verkeerd te zijn en mogelijk dat deze producten een betere werking hebben dan natriumbicarbonaat. Het is alleen lastig om deze producten, waarvan de onderzoeken die vaak niet volledig openbaar zijn, te beoordelen op hun effectiviteit. Vraag daarom of er onafhankelijk onderzoek is gedaan naar het product en of er volledige inzage is in de onderzoeksresultaten.