Sectorpartijen komen met alternatief plan voor voermaatregel
Volgens de sectorpartijen wijzen alle trends erop dat de sector, zonder opgelegde maatregelen, de tweede helft van 2020 al minder stikstof via het voerspoor uitstoot dan het referentiejaar 2018. Juridisch is het mogelijk om deze besparing, die voor minimaal 0.5 kTon wordt ingeschat voor de tweede helft van 2020, inboekbaar is als stikstofreductie en beschikbaar wordt gesteld voor de woningbouw en MIRT projecten.
Vrijwillige basis
Vanaf 2018 heeft de sector het ruw eiwitgehalte in het rantsoen al met 3 gram per kilo droge stof weten te verlagen. Dit komt neer op een verlaging van de ammoniakuitstoot van ongeveer 1,8 kTon. Volgens Agractie, DDB, Grondig, LTO, NAJK en NMV kan de sector in 2020 een zelfde stap zetten. Dit heeft deels te maken doordat het aantal dieren is afgenomen, maar ook omdat er nog ruimte is om het ruw eiwitniveau op het totale rantsoen te verlagen op vrijwillige basis. Dit kan vervolgens op bedrijfsniveau gemonitord en te geborgd worden. De gegevens worden namelijk al vastgelegd in de Centrale Database van de melkveehouderij waar melkveehouders sinds 2016 al hun data aan leveren.
De stikstofreductie voor 2020 zou opnieuw 1,8 kTon op kunnen leveren. Reductie uit het verleden mag echter niet ingeboekt en gebruikt worden voor andere doeleinden dan de natuur. Door de stikstofwinst die vanaf nu wordt gehaald wel in te boeken, kan 0,5 kTon gebruikt worden om de woningbouw weer vlot te trekken. Ter vergelijking, het ministerie van landbouw rekent met de krachtvoermaatregel een reductie van 0,2 kTon. Daarmee voorzien de sectorpartijen met de door hun voorgestelde aanpak een nog grotere stikstofwinst dan de krachtvoermaatregel.
Ureum als meetinstrument
Na 2020 stellen de sectorpartijen een verplichte reductie van het eiwitgehalte in het totale rantsoen voor, op bedrijfsniveau. Deze aanpak is volgens Agractie, DDB, Grondig, LTO, NAJK en NMV niet anders dan zoals deze vorig jaar is ingezet om een stap te zetten om de sectorale stikstof uitstoot te verlagen. Melkveehouders krijgen daarbij zelf de keuze welke maatregel ze nemen om op hun bedrijf het aandeel eiwit in het rantsoen te verlagen. Het ureum in de melk wordt daarin een belangrijk meetinstrument, als het aan de sectorpartijen ligt.
Juridisch getoetst
Het alternatief is getoetst door meerdere juristen en een hoogleraar omgevingsrecht/habitatrichtlijn. Die concluderen dat dit alternatief juridisch beter in elkaar steekt dan de krachtvoermaatregel van het ministerie. Dit heeft te maken met het feit dat de berekende stikstofbesparing door de krachtvoermaatregel niet is terug te leiden op bedrijfsniveau en daarmee per Natura-2000 gebied (hexagoon niveau). Met het voorstel van de sectorpartijen is de stikstofreductie per bedrijf wel inzichtelijk.