Onbegrip over aanbevelingen commissie Remkes

Het uitfaseren van drijfmest vraagt aanpassingen aan de huisvesting van koeien. Dit vraagt tijd en is financieel onhaalbaar, aldus de Nederlandse Melkveehouders Vakbond. De NMV ziet wel mogelijkheden in het scheiden van mest bij de bron. Een speciaal vloersysteem zorgt voor een directe scheiding van urine en mest, met als doel de ammoniakemissie te verlagen. Het netwerk Grondig wil nog niet reageren op het voorstel van de commissie, om het toedienen van drijfmest binnen tien jaar uit te faseren. “We wachten af wat de politiek met deze aanbeveling doet, alvorens tot paniekvoetbal over te gaan„ aldus Diana Saaman van Grondig.

Lichtpuntjes

Gondig ziet een aantal aanknopingspunten in de aanbevelingen en wil eerst afwachten wat de politiek met deze aanbevelingen gaat doen. Het toewerken naar een emissiearme bedrijfsvoering en het invoeren van een Afrekenbare StoffenBalans, ziet het netwerk als erkenning van hun inspanningen. Zij zetten zich al jaren in voor het realiseren van een betrouwbaar input en output systeem op bedrijfsniveau.

De NMV is positief over de constatering dat ammoniak uit de landbouw en stikstof uit fossiele brandstoffen niet uitwisselbaar zijn. Het niet om kunnen zetten van groene emissies in grijze emissies heeft gevolgen voor de economische ontwikkeling in Nederland.

Natuurdoelen

De door de commissie gestelde natuurdoelen zijn, volgens de NMV onhaalbaar en te eenzijdig. Door alleen te kijken naar stikstof blijven veel andere belangrijke factoren, zoals water en natuurbeheer, buiten beschouwing. Het gebruik van de kritische depositiewaarde (KDW) als toetsmiddel is onbetrouwbaar. De gebruikte bandbreedte is groot en te veel gebaseerd op modelberekeningen. De NMV wil dat er meer onderzoek gedaan wordt naar de KDW voor dit als instrument wordt ingezet.

In het rapport van de commissie Remkes staat dat de meeste ammoniak vlakbij de bron neerslaat. Dit betekent, volgens de NMV, dat de meeste ammoniak neerslaat op de landbouwgronden rondom de boerderij. En dat slechts een klein gedeelte terechtkomt in natuurgebieden. De NMV wil dat de depositie van ammoniak in natuurgebieden beter wordt gemeten en dat de resultaten worden meegenomen in het nieuw op te stellen beleid.

Vijftig procent reductie

De voorgestelde reductie van vijftig procent ammoniakemissie is, volgens de NMV, alleen haalbaar door inkrimping van de veestapel. Dat leidt tot een lagere voedselproductie en daarmee ook een lagere voedselvoorziening in Nederland, maar ook in de rest van de wereld. Hierbij doelt de NMV met name op gebieden waar geen landbouw mogelijk is, de bewoners van die gebieden zijn afhankelijk van voedsel dat bijvoorbeeld in Nederland wordt geproduceerd. Daarnaast leidt een inkrimping van de veestapel tot het verdwijnen van bedrijvigheid op het platteland. Dit heeft een negatieve invloed op de leefbaarheid. In de Vogel- en Habitatrichtlijnen wordt ook met deze factoren rekening gehouden. De NMV is dan ook voorstander van het verlagen van de stikstofemissie door gebruik te maken van de mogelijkheden die de Vogel- en Habitatrichtlijn biedt. Zij zoeken hiervoor bijval van andere sectorpartijen, om samen een vuist te maken.