Ontwikkelingen en tips rond droogte en grasgroei
Gewassen en grassen
De diepte van beworteling bepaalt in sterke mate uit welke bodemlaag de plant vocht kan onttrekken. Er bestaan verschillen in worteldiepte tussen gewassen, grassoorten en zelfs tussen grasrassen. Het gebruik van verschillende grassen en rassen is daarom een praktische manier om je grasland beter bestand tegen droogte te maken. Rode klaver kan met zijn diepe penwortel goed tegen droogte. Ook kruiden als cichorei en smalle weegbree maken een grasmat droogtebestendiger omdat ze variatie in beworteling brengen.
Nieuw grasland wortelt dieper
Op tijd grasland vernieuwen is eveneens een praktische maatregel om je grasaanbod veilig te stellen. Naarmate grasland ouder wordt, gaat het steeds ondieper wortelen als gevolg van het berijden met machines, betreding door het vee en doordat het gras na maaien en weiden energie uit de wortels verbruikt voor de hergroei. Jong gras wortelt veel dieper en profiteert ook meer van beregening. Dat staat ook beschreven in het rapport ‘Droogte op Koeien & Kansen-bedrijven in 2018’ van Wageningen Livestock Research.
Veredeling op droogteresistentie
In de veredeling van grassen wordt hard gewerkt aan het verhogen van de droogteresistentie. Rassen worden geselecteerd op worteldiepte en wortelontwikkeling. Door verder te selecteren op en kweken met grasrassen die het langst blijven groeien bij extreme droogte, zoals de afgelopen jaren voorkwam, worden grasmengsels vanzelf steeds droogteresistenter.
Management
In het graslandmanagement is naast regelmatig vernieuwen het voorkomen van bodemverdichting de belangrijkste maatregel tegen droogteschade. In een verdichte bodem zijn minder poriën die water vasthouden en is de waterinfiltratie lager. Daarnaast staat verdichting een goede beworteling in de weg. Het voorkomen van structuurbederf is grasland is daarom van groot belang. Ook organische stof draagt bij aan het vochthoudend vermogen van de grond, zeker op zandgronden.
Bij maaien onder droge omstandigheden is het verstandig om de maaihoogte wat te verhogen, bijvoorbeeld naar 7-8 cm. Dan is de bodem beter bedekt en de zoninstraling minder fel. Het gras heeft ook meer reserves voor de hergroei.
Beregenen
Veehouders met de mogelijkheid tot beregenen hebben daar de voorbije jaren waarschijnlijk volop gebruik van gemaakt. Begin niet te snel met beregenen: bij een gebrek aan water gaat het gras, indien de bodemstructuur dit toelaat, dieper wortelen om aan vocht te komen. Houdt de droogte aan, dan is het voor de wortelontwikkeling het beste om niet te frequent te beregenen. Breng in één keer de hoeveelheid water die de bouwvoor vast kan houden, meestal is dit 20 – 30 mm.
Tekst: Plantum
Beeld: Plantum