Brexit. En nu?
Hoe de handelsrelatie tussen Groot-Brittannië en de EU eruit zal zien, moet in onderhandelingen worden bepaald. Er zullen handelsbarrières ontstaan, maar hoe groot die zijn, is afwachten.
Maar ondanks de hoogte daarvan, zullen de Britten toch moeten eten. En omdat ze zelf niet genoeg produceren om de eigen bevolking te voeden, zullen ze voedsel moeten blijven importeren. Nederland is daarbij de logische handelspartner - ons land ligt dichtbij, kan tegen concurrerende prijzen produceren, en heeft een sterke logistieke organisatie.
EU-budget lager
EU-lidstaten zijn te verdelen in netto-betalers (die lidstaten die meer afdragen aan de EU dan ze aan subsidies en dergelijke terugkrijgen) en netto-ontvangers. Groot-Brittannië hoort, ondanks de korting die Margaret Thatcher in 1984 had bedongen, bij de eerste groep. Netto legt het land ongeveer 7,5 miljard euro bij. Als de Brexit een feit wordt, heeft de EU dus minder budget voor de andere 27 landen.
Een belangrijk deel van het EU-budget gaat op aan landbouw. Het lijkt logisch dat de bezuiniging dan ook de landbouw zal treffen.
Medestander verloren
Ons land zit in Brussel vaak op dezelfde lijn als de Britten, waar het landbouwpolitiek betreft. Het vertrek van Groot-Brittannië kost Nederland dus een belangrijke medestander. En ook vanaf vandaag al zal de Britse stem minder zwaar worden gewogen dan voor de referendumuitslag. Daarmee verliest het Noordwest-Europese kamp in Brussel aan gewicht in verdere onderhandelingen.