Verplichte rijenbemesting van tafel

Uit recent onderzoek en uit de praktijkervaringen van boeren komt naar voren dat rijenbemesting onder minder optimale omstandigheden kan leiden tot bodemverdichting, schrijft de minister, en daardoor tot minder stikstofopname door het gewas en dus tot een grotere kans op nitraatuitspoeling naar het grondwater. Daarnaast zouden boeren flink moeten investeren in nieuwe bemestingstechnieken en -apparatuur. „Zulke investeringen zijn enkel gerechtvaardigd als de meerwaarde daarvan buiten kijf staat“, schrijft Schouten, „en dat is nu niet het geval.“
De verplichte rijenbemesting was als maatregel opgenomen in het Zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn, met als doel de waterkwaliteit te verbeteren. Nu deze methode wegvalt wil de minister die kwaliteit bereiken door bemesting pas later toe te staan. „Op dit moment is is de aanvang van het bemestingsseizoen, 15 februari, voor alle gewassen gelijk“, schrijft ze. Maar maïs wordt pas vanaf halverwege april ingezaaid, en dan is bemesting pas vanaf begin april nodig. Daarom zal ze toediening van drijfmest op percelen waar maïs geteeld zal worden, op zand- en lössgronden pas toestaan vanaf 1 april. „Daardoor neemt het risico op uitspoeling en afspoeling van nutriënten bij natte weersomstandigheden in deze periode af“, stelt ze.
In een reactie stelt belangenbehartiger Agractie blij te zijn met het besluit om rijenbemestingsplicht niet in te voeren. Maar ze gaan niet akkoord met de aanvangsdatum van 1 april om mest uit te rijden en zegt zich sterk te gaan maken voor een datum van 1 maart, of een datum die per jaar wordt bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met de weersomstandigheden.