Eensgezinde teleurstelling over Schoutens krachtvoermaatregelen
Netwerk Grondig
Diana Saaman van Netwerk Grondig is nog redelijk mild: „Ik ben me er wel van bewust dat deze maatregel voor onze eigen achterban relatief weinig gevolgen zal hebben. Maar ook wij zijn teleurgesteld dat we als Landbouw Collectief niet tot een gezamenlijk akkoord met het ministerie zijn gekomen. Misschien kunnen we onszelf ook deels verwijten dat de onderhandelingen zo lang hebben geduurd. We zullen het hier vier maanden mee moeten doen, maar we hadden het liever anders gezien. We hebben nog 'geluk' dat het maar voor vier maanden geldt. Daarna gaat het ministerie werken naar de uitwerking van meerdere maatregelen. Ik verwacht overigens niet dat de tijdelijke maatregel veel zoden aan de dijk zal zetten.”
Agractie
Agractie vindt het onacceptabel dat er een ministeriële regeling komt, die ingrijpende effecten heeft op bedrijfsniveau en boeren fors kan beperken in hun bedrijfsvoering. Het is een uiterst onwenselijke situatie en inbreuk op het vakmanschap van de boer, vindt de organisatie: „Een boer die zijn droogstaande koeien een schraal rantsoen van natuurhooi geeft, aangevuld met soyarestproduct, kan dat met deze regeling niet meer. En wat te denken van TMR-bedrijven? Hun gehele bedrijfsvoering komt hiermee in gevaar.”
LTO
Ook LTO uit zich in een persbericht kritisch: „Iedere ondernemer verplichten tot krachtvoermaatregelen past niet bij keuzevrijheid en maatwerk per bedrijf. Daarnaast wordt niet het totaalrantsoen in ogenschouw genomen, terwijl gemiddeld driekwart van het rantsoen van melkvee uit ruwvoer (gras en mais) bestaat. De inzet vanuit het bedrijfsleven is niet voor niets geweest om het eiwitgehalte te verlagen in het totaalrantsoen. Dit doet het meeste recht aan de praktijk, is eenvoudiger en zal ook tot een groter resultaat in reductie van ammoniakemissie leiden.”
De organisatie ziet ook lichtpuntjes: „Positief zijn de uitzonderingen van voedermiddelen die bijvoorbeeld uit eigen teelt komen (zoals luzerne en veldbonen) en restproducten die door melkveehouders worden verwerkt (zoals bierbostel en tarwegistconcentraat) en ook kunstmelkpoeder voor de kalveropfok. Dit doet recht aan de praktijk, het zorgt ervoor dat rondom deze voedermiddelen geen problemen ontstaan met opslag en afzet en het draagt bij aan kringlooplandbouw.”
Nevedi
Henk Flilpsen zegt namens Nevedi dat ook zijn organisatie liever een andere regeling had gezien: „Wij hebben al een half jaar lang via het landbouwcollectief gecommuniceerd dat we een maatregel op krachtvoer niet zien zitten. Maar de minister maakt helaas eigen keuzes. We zijn nu de brief aan het analyseren, zodat we zo snel mogelijk een duidelijk standpunt over de brief naar buiten kunnen brengen en kunnen bepalen wat de impact van de regeling wordt. We merken in de social media dat er verwarring ontstaat over onze rol en dat wij achter de rug van het LC om contact zouden hebben gehad met het ministerie. Daar is echt geen sprake van en dat weten de betrokkenen ook.”
DDB en FDF
Sieta van Keimpema doet het woord namens DDB en FDF: „We onderzoeken nog hoe de impact is op de vrijheid van ondernemen en de mogelijkheden van boeren. En we bekijken ook in hoeverre dit een plus oplevert voor de natuur en de stikstofreductie, waarvoor dit eigenlijk is bedoeld. Ik denk dat de overheid niet op de stoel van de ondernemer moet gaan zitten en dat gebeurt nu wel. We hebben een uitstekend alternatief neergelegd als Landbouw Collectief, maar daar wordt niets mee gedaan. Ik vraag me af waarom het ministerie kiest voor de eigen weg, die waarschijnlijk minder effectief is dan ons voorstel in het Landbouw Collectief.”
NMV
Ook Harm Wiegersma van NMV is teleurgesteld: „Dit is echt drie keer niks. Schouten had heel wat beters kunnen bedenken. Dit hadden wij zo niet kunnen verzinnen. Zandboeren, die veel maïs verbouwen, kunnen niet anders dan eiwitrijk krachtvoer voeren en kunnen nu eigenlijk nauwelijks meer schakelen, want de maïs zit al in de grond. Resultaat wordt waarschijnlijk dat zij meer krachtvoer moeten gaan voeren. Het is volgens mij het paard achter de wagen spannen op deze manier.”
NAJK
NAJK vindt de tijdelijke regeling onwerkbaar. De regeling grijpt enorm in op de bedrijfsvoering op melkveehouderijbedrijven en daarnaast is de regeling niet praktisch, kostprijsverhogend en draagt het nauwelijks bij aan de verlaging van de stikstofdepositie, stelt de jongerenbelangenbehartiger. Portefeuillehouder Melkveehouderij Marije Klever: „Deze regeling ontneemt de melkveehouders de mogelijkheid om een optimaal rantsoen samen te stellen. Ook boeren met speciale brokken voor bijvoorbeeld verse koeien komen met deze regeling in de knel.”