‘Nog te vroeg voor ingrijpen op zuivelmarkt’
Afgelopen week maakte de Europese Commissie een pakket maatregelen bekend voor de melkveehouderij. Het omvat steun voor particuliere opslag van zuivelproducten voor twee tot zes maanden, flexibiliteit bij marktondersteuningsprogramma's en het toestaan van samenwerking. Dit in afwijking van de bestaande EU-regels.
Instrumenten gereed
LTO Nederland was één van de Europese landbouworganisaties die had gevraagd om de steun bij particuliere opslag en de verruiming van de kartel-regels. Meulenbroeks ziet het vooral als een voorzet wanneer de melkprijs in een vrije val zou belanden. „Het is goed om de instrumenten klaar te hebben mocht het nodig zijn. De melkprijs is weliswaar gedaald, maar ligt nog op een dusdanig niveau dat het nog niet verstandig is nu al dergelijke maatregelen te nemen. Dan moet de melkprijs toch wel onder de 30 cent belanden. Het uit de markt nemen van zuivelgrondstoffen heeft namelijk ook consequenties op langere termijn. Al deze producten hangen vervolgens boven de markt. De handel weet dat ook en kan het gebruiken om de prijs te drukken.”
Melkmindering heeft nadelen
De LTO ziet eveneens nog geen heil in een collectieve melkmindering. „Er is op dit moment sprake van een overaanbod van melk. We zien vooral een dalende zuivelconsumptie in landen uit het Midden-Oosten en Azië. Melkmindering werkt relatief snel op de markt en zou een optie kunnen zijn. Maar dan moet ook echt de nood aan de man zijn. Er zitten namelijk ook nadelen aan. Als individuele boer kun je er niet snel op sturen. Dan moet je koeien verkopen of een ander rantsoen voeren. En dat valt niet mee. Binnen de NZO-geledingen merk ik ook geen voornemen tot melkmindering. Maar die situatie kan over een paar maanden wel anders zijn.”
Instrument EMB ingewikkeld
Meulenbroeks vindt het Markt Verantwoordelijkheid Programma (MRP), waar de European Milk Board al jaren voor pleit, een te ingewikkeld systeem om de markt mee te sturen. „Vanuit mededingingsoogpunt krijg je dat ook niet voor elkaar. Wij denken aan een eenvoudiger systeem waarbij tijdelijk een beloning of vergoeding wordt gegeven voor elk kilo melk die minder wordt geproduceerd. Dit zou vanuit publiek en privaat geld bekostigd kunnen worden. Maar dan alleen als de melkprijs sterk onderuit gaat.”