Stikstofmaatregelen melkveehouderij op een rij
Voermaatregel
Schouten had eind 2019 al aangekondigd om al dit jaar het eiwitgehalte in het voer te verlagen. Volgens haar is dit nodig om de woningbouw en infrastructurele projecten op gang te helpen. In het diervoederspoor wordt momenteel gewerkt aan een ministeriële regeling waarbij er een maximum komt aan het ruw eiwitgehalte in mengvoer. De minister voegt er aan toe dat mogelijk ook voor ander krachtvoer het eiwitgehalte wordt beperkt. Schouten wil deze het concept van deze regeling al eind deze maand voor te leggen aan het parlement.
Wat de precieze norm wordt, kan Schouten nog niet zeggen. Daarvoor zal een weegmoment plaatsvinden. „Daarbij kijk ik goed wat redelijkerwijs verwacht kan worden van een veehouder, rekening houdend met verschillende omstandigheden. Omdat krachtvoer en ruwvoer gezamenlijk het eiwitgehalte bepalen van het rantsoen van melkvee zal ik daarbij ook bezien hoe zich de ruwvoersituatie in Nederland in 2020 ontwikkelt”, aldus de minister.
Voor de jaren na 2020 wil het kabinet nog afspraken maken met de sector. In totaal is 73 miljoen euro beschikbaar voor de voermaatregelen. Een deel van dit geld zal ingezet worden voor coaches die veehouders ondersteunen bij het voeren van minder eiwit en andere bronmaatregelen.
Meer uren weidegang
De regering wil verder het aantal uren weidegang stimuleren. Dit om zowel de ammoniakuitstoot te verminderen als tegemoet te komen aan de wens van de maatschappij. Als uitgangspunt wordt het aantal uren weidegang over 2018 genomen. Toen lag het gemiddelde aantal uren weidegang voor een weidende koe op 1.648 uur per jaar. De ambitie is een uitbreiding met 125 uren weidegang in 2021 en 250 uren vanaf 2022.
Het kabinet steekt 3 miljoen euro in voorlichting, een campagne om vroeger in het jaar te beweiden, het opleiden en begeleiden van weidecoaches, accreditatie van controlerende instanties, het versterken van onderwijs gericht op ‘grasland en beweiden’ en het faciliteren van (bij)scholingsinitiatieven. Ook wil Schouten met provincies overleggen over de mogelijkheden om, bijvoorbeeld via kavelruil, de gebiedsprocessen en de inzet van subsidiemogelijkheden weidegang verder te onderzoeken.
Verdunnen drijfmest, stimuleren opvang regenwater
Het kabinet wil het verdunnen van mest bij het uitrijden stimuleren. Daarbij wordt een beperkte verdunning van één deel water op twee delen mest genoemd. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van oppervlaktewater op zandgrond, wil het kabinet de opvang van regenwater van staldaken en erf stimuleren. Hiervoor is een budget van 100 miljoen gereserveerd in de periode 2021 tot en met 2023. 40 procent van de investeringskosten worden hiermee vergoed.
De regering start een innovatieprogramma mestaanwending om wegen te verkennen, te ontwikkelen en te testen om de emissies bij het mest uitrijden nog verder te kunnen reduceren.
Emissienormen stallen aangescherpt
Per diergroep wordt uiterlijk per 2023 de emissienormen voor ammoniak voor renovatie en nieuwbouw aangescherpt. Dit wordt gebaseerd op een sectoranalyse van de perspectieven van bestaande en nieuwe innovatieve technieken. Deze eisen zullen uiterlijk in 2025 ingegaan. Voor bestaande stallen gaat dan een overgangsperiode gelden. Daar wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van boeren.
Veehouders worden via subsidie ondersteund bij het doorvoeren van de stalmaatregelen. Hiervoor heeft het kabinet voor de periode 2023 tot en met 2030 280 miljoen euro gereserveerd. Dit bedrag komt bovenop de 172 miljoen eiuro die vanuit de klimaatenveloppe en de middelen voor de sanering en verduurzaming van de varkenshouderij al zijn gereserveerd.
Verder laat Schouten weten dat zij het CDM (Commissie Deskundigen Meststoffenwet) om een advies heeft gevraagd over de effectiviteit van emissiearme stallen naar aanleiding van het CBS-rapport over gasvormige stikstofverliezen. Dit advies zal ze meenemen bij de uiteindelijke vaststelling van de emissienormen.
Extensiveren of omschakelen
Het kabinet wil boeren die willen extensiveren of omschakelen helpen. Eerder werd al aangekondigd dat er een omschakelfonds komt voor deze veehouders. In de komende jaren wordt hiervoor 175 miljoen euro beschikbaar gesteld.