Kali uit kunstmest voor snijmaïs zelden nodig
Dat meldt de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV), die de kalibehoefte van snijmaïs vorig jaar door Wageningen Universiteit opnieuw in kaart liet brengen. Aanleiding daarvoor was de vraag van snijmaïstelers of snijmaïs met de steeds beperktere dierlijke mestgift niet tekort zou komen op de kalivoorziening.
Het oude kalibemestingsadvies was 40 jaar oud en had in de tussentijd nauwelijks updates gehad. Met nieuwe grondonderzoeksmethoden en veel productievere maïsrassen was dat advies niet meer van deze tijd. Het maximale bemestingsadvies van 300 kilo K2O per hectare bij een lage bodemtoestand bleek niet meer nodig. Zelfs bij een lage bodemvoorraad is 200 kilo K2O voldoende om een opbrengst van 20 ton mogelijk te maken. Voor 16 ton is 160 kilo al genoeg. Bij een hogere bodemvoorraad kan de kaligift nog wat verder terug. Met 33 kuub rundveedrijfmest per hectare wordt ongeveer 180 kilo K2O gegeven.
In tabelvorm ziet het advies er nu als volgt uit:
Tekst: Geert van den Biggelaar
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Studeerde veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch vervolgens dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Sinds 2016 parttime melkveehouder en parttime redacteur bij Agrio. Verantwoordelijk voor melkvee-gerelateerde onderwerpen in vakblad Melkvee, website Melkvee.nl en de regiobladen.
Beeld: Ruth van Schriek
Bronnen: Commissie Bemesting Grasland, Voedergewassen