Voorkom omzetverlies in de eerste lactatie: het belang van een goede kalveropstart
Het effect van de droogstand
In de periode rondom de droogstand en het afkalven krijgt de koe met veel veranderingen te maken, waaronder wisseling van groep en rantsoen, die stress kunnen veroorzaken. Wanneer een koe tijdens de laatste fase van de dracht te maken krijgt met stress, kan dit gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kalf. De laatste fase van de dracht is een erg belangrijke fase voor de ontwikkeling van het dier en wordt gekenmerkt door verbeterde spiergroei en vetafzetting, welke bijdragen aan een snelle gewichtstoename van de foetus. Uit onderzoek van de universiteit van Florida (2018) blijkt dat bij koeien die hittestress hebben gehad tijdens de dracht, de kalveren in de eerste twee levensdagen minder goed belangrijke stoffen zoals antilichamen (IgG’s) uit de biestmelk opnemen.
Antistoffen in de biestmelk
Kalveren hebben antistoffen (IgG) nodig om zich te kunnen beschermen. Een kalf kan in de eerste levensweken zelf nauwelijks antistoffen aanmaken en is in deze periode volledig afhankelijk van de afweerstoffen die in de biestmelk zitten (WUR, 2017). De kwaliteit van de biest is voor een kalf cruciaal om in de eerste weken het natuurlijke afweermechanisme te versterken. Krijgt een kalf niet op tijd de juiste hoeveelheid en kwaliteit biest, dan heeft dat grote invloed op de weerstand en dus ook op de vatbaarheid van het kalf voor problemen. “Het opnemen van de antistoffen door het kalf wordt passieve immuniteit genoemd. De actieve immuniteit (eigen afweer) van kalveren die biest hebben opgenomen begint op een leeftijd van 4 tot 7 weken”, aldus Vetvice (2006).
Voor het opbouwen van afweerstoffen is naast de kwaliteit van de biest, de temperatuur van de melk en de omgeving van het kalf ook van belang. AHV Technisch Specialist Edith Galama: “Het voeren uit schone emmers of flessen is randvoorwaardelijk.” In het artikel van Nieuwe Oogst (2015) wordt de impact van bacteriën op de biest benadrukt: “De belangrijkste oorzaak van een bacteriële verontreiniging is dat de materialen niet schoon zijn. Na winning vindt nog meer groei van het aantal bacteriën plaats naarmate de biest langer blijft staan.” Als veel bacteriën in de biest zitten, kunnen kalveren hieruit minder antistoffen in het bloed opnemen, omdat de Ig’s zich aan de bacteriën binden, aldus van der Gaast (Boerderij, 2016). “Het is belangrijk dat het kalf melk krijgt van gezonde koeien en dat de melk tijdens het voeren de juiste temperatuur heeft: 41 graden Celsius. Normaal gesproken gaat de melk tijdens het drinken rechtstreeks naar de lebmaag van het kalf. Is de temperatuur van de melk niet goed, dan werkt de slokdarmreflex van het kalf ook niet goed, wat ervoor zorgt dat de melk in de pens van het dier terecht komt. Dit verstoort de vertering van de melk en het kan dan gaan rotten (gasvorming). Deze kalveren worden ook wel ‘pensdrinkers’ of ‘kleischijters’ genoemd”, aldus Edith Galama.
De (economische) gevolgen van problemen bij kalveren later als melkkoe
De opstart van een kalf is van invloed op de groei en de vatbaarheid voor problemen. Een minder goede opstart als kalf zorgt dat het dier later als melkkoe een lagere melkgift in de eerste lactatie heeft. Dierenarts Dick de Lange van DAP Horst benoemd in een artikel van Melkveebedrijf (2014) wat de daadwerkelijke schade is bij problemen rondom het opstarten van de kalveren: 500 kilogram melk pér probleem in de eerste lactatie.
De economische gevolgen van problemen bij kalveren later als melkkoe kunnen flink oplopen. Stel uw kalf heeft in de eerste 30 dagen te maken gehad met een probleem, dan kan het dier later als vaars in haar eerste lactatie 500kg melk minder geven dan ze in potentie zou geven. Met een gemiddelde melkprijs van bijvoorbeeld €0,35 per liter, loopt u per opgefokte vaars €175,- aan inkomsten mis. Bij een koppel van 100 koeien en een vervangingspercentage van 25%, kan dit oplopen tot een economisch schade* van meer dan €4.000,-
Kalveren ondersteunen: een praktijkvoorbeeld
AHV International is gericht op het ondersteunen van melkveehouders op het gebied van diergezondheid. Met innovatieve oplossingen draagt het bedrijf bij aan de gezondheid, bedrijfsresultaten en arbeidsplezier van de melkveehouder. Melkveehouders Peter en Jolanda Bos uit Nieuwkoop: “Vanaf dag nul en gedurende de eerste weken zetten we AHV producten in voor onze kalfjes en dat werkt heel goed: de resultaten zijn erg naar onze zin. Met de AHV Calf Start kunnen we gemakkelijk én gericht sturen. De betrokkenheid van onze AHV Specialist en de ondersteuning vanuit de dierenarts van AHV vinden we erg fijn. Daar leren wij met z’n allen van, en zó kom je verder!” AHV Technisch Specialist Edith Galama voegt hieraan toe: “De Calf Start van AHV bevat onder andere afweerstoffen van geënte koeien. Door de Calf Start aan de (biest)melk toe te voegen, zorgt ervoor dat een extra hoog antilichamen titer in de melk terecht komt. “
Wilt u, net zoals Peter en Jolanda Bos, gemakkelijk en gericht de kalveren kunnen sturen? Neem dan contact op met de AHV Specialist in uw regio voor advies op maat
*Vervanging van 25 koeien, waarbij er €175 per vaars wordt misgelopen, is de berekening als volgt: 25 x €175 =€4.375,-
Bronnen: www.nature.com, www.thecattlesite.com, the-role-of-calf-nutrition-and-management-on-lifetime-productivity-of-dairy-cattle, edepot.wur.nl, www.nieuweoogst.nl, www.boerderij.nl, Rundveehouderij, Biestkwaliteit-kan-nog-beter-2842799W, , www.vetvice.nl, Future%20Farming, StandaardwerkwijzenJongvee.pdf