Ruim 2 cent minder voerkosten dan gemiddeld bij 25 procent best presterende melkveebedrijven
De verklaring voor het grootste gedeelte van dat verschil ligt in de kosten voor eigen geteeld ruwvoer. Die lagen voor de 25 procent beste bedrijven 1,35 euro per 100 kilo melk lager dan voor het gemiddelde bedrijf. 0,50 euro daarvan was afkomstig van lagere totale kosten en 0,85 euro van een verschil in opbrengsten van het bouwplan.
Het verschil in teeltkosten tussen de 25 procent bedrijven met de hoogste kVEM-opbrengst (17.000 kVEM) per hectare en de 25 procent bedrijven met de laagste KVEM-opbrengst (12.000 kVEM) per hectare lag zelfs op 1,30 euro per 100 kilo melk.
Opbrengsten van het land hebben dus een grotere invloed op de totale voerkosten dan de hoogte van de gemaakte kosten. Dat is een mooie conclusie, stelt Alfa, want dat geeft aan dat er bij veel melkveehouders ruimte is voor verbetering.
Graszode, waterafvoer en benutting verbeteren
Dat verbeteren kan door de kwaliteit van de graszode te verbeteren, de waterafvoer te verbeteren en de benutting van mineralen te verbeteren. De hogere kwaliteit van de graszode zorgt voor hogere grasopbrengst, een hogere voederwaarde en daardoor voor minder krachtvoerkosten. Dat kan onder meer door het terugdringen van mollen en muizen in het land.
Betere waterafvoer zorgt ook voor betere groeiomstandigheden en door een betere benutting van de mineralen hoeven er minder mineralen te worden aangekocht. Voor dat laatste punt is een voldoende grote mestopslagcapaciteit van groot belang, vindt Alfa. Dierlijke mest, die in de periode van 16 februari tot 1 augustus uitgereden wordt, wordt namelijk het meest efficiënt benut.