Meer melkeiwit door hogere drogestofproductie gras
- Betere stikstofbenutting
- Hogere drogestofproductie per kg stikstof
- Hogere drogestofopname door de koe
- Grasrassen met een verhoogde voederwaarde
In dit artikel komt de hogere drogestofproductie per kg stikstof aan de orde.
Tot 10% meer drogestof met hoogproductieve rassen
Gras heeft stikstof nodig voor zowel groei (productie biomassa) als voor de eiwitproductie. De kunst is om beiden te optimaliseren c.q. te maximaliseren bij een bepaald stikstofaanbod. Algemeen bekend is dat grassoorten en -rassen genetisch verschillen in productievermogen. Hoogproductieve rassen kunnen tot wel 10% meer drogestof leveren bij een zelfde stikstofgift en gaan dus veel efficiënter om met beschikbare stikstof.
Omdat de ruw eiwitopbrengst samen gaat met de totale drogestofopbrengst zijn voor een hoge eiwitopbrengst grassoorten en -rassen met een hoog drogestofopbrengstpotentieel en DVE-gehalte nodig. Beiden zijn een belangrijk selectiecriterium voor veredeling en dus voor DSV zaden.
Elk mengsel is uniek
Meerjarige grassoorten als het droogteresistente rietzwenkgras en kropaar zijn bij lage N-bemesting meestal productiever dan Engels raaigras. Gekoppeld aan het hoge RE geeft dit een hogere ruw eiwitopbrengst dan bij Engels raaigras. Echter, de verteerbaarheid van Engels raaigras is weer hoger dan die van rietzwenk en kropaar, waardoor uiteindelijk de opbrengst aan DVE van deze grassoorten niet beter is. De uitdaging is door veredeling de voordelen van de verschillende soorten en/of rassen te combineren in mengsels. Door het combineren van grassoorten en -rassen kan het groeiseizoen worden verlengd, de doorworteling worden verbeterd en het bodemleven worden geactiveerd. Stikstof spoelt niet uit maar wordt maximaal benut.
DSV zaden steekt veel tijd en energie in het samenstellen van mengsels. Dit is geen kwestie van alléén maar combinaties maken op basis van een gemiddelde berekening van allerlei rassenlijstcijfers. Juist het uitgebreid beproeven van een potentieel mengsel onder veldomstandigheden is uniek omdat dit de werkelijke meerwaarde van het mengsel aantoont. DSV zaden biedt veehouders die bezig zijn met graslandverbetering of -vernieuwing hiermee zekerheid over wat een mengsel doet in de praktijk.
In de DSV COUNTRY-mengsels wordt zoveel mogelijk een hoge drogestofproductie gecombineerd met een hoge voederwaarde. Vaak bevatten ze rassen met een zware doorworteling en een hoge groeikracht. Beide aspecten dragen bij aan een hoge N-efficiëntie.
Nog geen optimum drogestofproductie, wel extra suiker
Op dit moment (eind maart) wordt de potentie aan dagelijkse maximum drogestofproductie nog lang niet bereikt. De grasgroei is, mede vanwege de koude nachten, nog beperkt. Door de lage Nmin voorraad, de beperkte mineralisatie en de relatief late bemesting kan het gras nog niet de volledige capaciteit aan stikstof opnemen en is ook de productie van eiwit relatief nog beperkt. Wel beschikt het gras door de koude nachten over extra suikers die, in geval van weidegang, de smakelijkheid en daarmee de grasopname nog verder verhogen. Als het straks zowel ’s nachts als overdag wat warmer gaat worden, dan zullen juist de mengsels met een grote opbrengstpotentie hun meerwaarde laten zien door de opname en omzetting van de dan volop aanwezige stikstof. De DSV COUNTRY-mengels weten deze plus dan ook nog eens op een voor de pens veilige manier om te zetten in extra melkeiwit.
Herkenbare grasmengsels met een onderscheidende opbrengst en kwaliteit: dat is de DSV COUNTRY productrange voor de melkveehouderij. DSV COUNTRY grasmengsels is een unieke reeks mengsels met elk specifieke eigenschappen voor een geoptimaliseerd teeltdoel. Elk mengsel verschilt individueel door een specifieke mix van rassen in de juiste samenstelling toegespitst op de teeltwensen/eisen van de veehouder. De gemeenschappelijke factor van álle mengsels is de uitzonderlijke opbrengstpotentie en voederwaarde.
Onderdeel van de DSV COUNTRY productrange zijn de DSV COUNTRY MilkMore mengsels. Voornamelijk deze mengsels bevatten één of meer rassen met een speciaal veredelde poreuzere celwandstructuur die significant beter verteert. Niet alleen de vorm en mate van porositeit is uniek, ook de gecontroleerde manier van vertering zonder extra risico op pensverzuring, is heel bijzonder. Voor de herkenbaarheid zijn deze rassen apart gelabeld met het MilkIndex-label.
Het MI-label staat garant voor een ras met een verhoogde voederwaarde resulterend in substantieel meer kilogrammen melk en melkeiwit.