Alleen bij extreme melksnelheid meer uiergezondheidsproblemen
Dat blijkt uit onderzoek van Van Hall Larenstein-student Arjen Zijlstra, die op vier robotbedrijven onderzoek deed naar de melksnelheid. Doel was om erachter te komen of het verhogen van de melksnelheid van de koeien interessant is voor melkveehouders. Een hogere melksnelheid zorgt in theorie immers voor een hogere melkrobotcapaciteit. De data voor het onderzoek werden verzameld in de periode van september tot en met december 2019.
Zijlstra zette voor zijn data-analyse de koeien van de vier melkveehouders (onder wie één biologische melkveehouder) per bedrijf in een diagram en keek onder meer naar de relatie tussen enerzijds melksnelheid en anderzijds celgetal, aantal melkingen en aantal weigeringen. In geen van de gevallen was er een verband te vinden. Een licht verband tussen melksnelheid en restvoerpercentage was er op twee van de vier bedrijven wel. Een hogere melksnelheid zorgde voor meer restvoer, al is niet verder onderzocht of er ook sprake was van een causaal verband.
Vervolgens zocht de student naar een relatie tussen de melksnelheid en het aantal uierontstekingen in die lactatie of het voorkomen van melk uitlekken. Lees meer over het onderzoek in de komende editie van Veldpost, Stal&Akker, Agraaf of Vee&Gewas, die aanstaande zaterdag in de brievenbus valt.