Conservering van sorghum
In recent onderzoek is gekeken naar de conservering van verschillende sorghum rassen. Deze kennis komt van pas bij de veredeling maar ook in de praktijk.
Tijdens de stageopdracht van Ilse Verschuren (HAS Den Bosch) bij DSV zaden waar al meer over geschreven is zijn 4 sorghumrassen en een maisras beproefd. Doordat op verschillende momenten tijdens de afrijping planten uit het veld zijn gehaald kunnen we aantonen wat vroeg of juist laat hakselen voor effect heeft op de inkuilbaarheid van sorghum.
Iets vroeger in het seizoen oogsten heeft als effect dat de pH iets lager blijft dan bij later oogsten. Als je in literatuur kijkt zie je vaak dat een natter product een lagere stabiele pH heeft dan een erg droge kuil.
Uit het onderzoek blijkt dat een ras als Little Giant een lagere pH heeft t.o.v. de andere rassen. Doordat Little Giant in Nederland meer moeite heeft met afrijpen blijft de pH iets achter. Net zoals bij snijmais komt de drogestof van het gehele product met name uit de pluim en niet uit de plant zelf. Bij sorghum kan het zelfs zo zijn dat aan het eind van het seizoen de stengel juist weer vocht opneemt. Doordat sommige sorghumrassen kleine zijscheuten maken kan dit het droge stof percentage ook verlagen aan het einde van het seizoen.
De pH waardes van alle kleine kuiltjes die gemaakt zijn in het onderzoek lagen bijna allemaal tussen een pH van 4 tot 4,5 wat neerkomt op een goede kwaliteit silage. Per kuiltje zijn daarnaast de geur en kleur genoteerd. Enkele kuiltjes bleken een iets muffere geur te hebben na 6 weken geconserveerd te zijn. De pH van deze kuiltjes bleek ook iets hoger te zijn wat deze afwijkende geur kan verklaren.
De figuur wordt in literatuur vaker gebruikt om de pH-grenswaarden voor een geslaagde kuil gerelateerd aan droge stof percentage te toetsen.
Ook het nieuwe sorghum ras van DSV zaden met hoge voederwaarde welke volgend jaar op de markt komt liet zich uitstekend conserveren.