‘Opletten bij bemesten weidepercelen’
Vanaf begin februari meet voercoöperatie AgruniekRijnvallei in samenwerking met inkooporganisatie CropSolutions de bodemtemperatuur op verschillende plekken in het land. De bodemtemperatuur is afgelopen week opnieuw gedaald ten opzichte van de weken ervoor. Op bijna alle meetpunten ligt de bodemtemperatuur 0,5 tot 1 graad lager. Op dit moment schommelt de bodemtemperatuur tussen 4 en krap 6 graden Celsius, gemeten op 2 maart tussen 7.00 en 8.00 uur ’s morgens en op 10 centimeter diepte. De komende week zijn de weersverwachtingen nog erg wisselvallig en zal de bodemtemperatuur hetzelfde beeld laten zien.
Opvallend is dat de bodemtemperatuur dieper in de bodem (50 centimeter) hoger ligt dan in de bovenlaag. Dit geeft aan dat vanuit de bodem zelf weinig belemmering is om de bodemtemperatuur te laten stijgen in de teeltlaag. Bij een week voorjaarstemperaturen komt de mineralisatie heel snel op gang. Als er dan een beetje mest op komt, kan de grasgroei wel eens heel hard gaan. Als de draagkracht het toelaat kunnen de koeien dan al snel naar buiten. Groeikracht waarschuwt voor weidegang op percelen die nog maar net bemest zijn. De mest heeft dan nog onvoldoende tijd gehad om in te werken. Het adviesbedrijf raad aan om de mest met minimaal 50 procent water aan te lengen of weidepercelen geen drijfmest te geven.
Stikstofgift beperken
Met meer mest in de put is het verleidelijk om, zodra de grond het toelaat, een hogere dosering drijfmest aan te houden met daarbovenop een kunstmestgift. Dit geeft in één keer een flinke dosering stikstof die de bodem zo snel niet kan verwerken. Gezien het groeiseizoen 3 tot 4 weken voor loopt op andere jaren, is het aannemelijk dat de eerste snee zich ook vroeger aandient. Veehouders die vroeg willen maaien doen er verstandig aan om de totale stikstofgift te beperken.